277
courage, vrind, courage! je kaptein laat je niet in den steek." Wat
een man! hèP begrijp je? En zoo zijn er velen.
//Men moet niemand beoordeelen naar den schijn; men moet me
delijden hebben met de slechten, de goeden met zijn geheele hart
liefhebben en allen eeren, omdat allen soldaat zijn en wij hen van
daag of morgen onder onze oogen den dood der braven kunnen zien
sterven en de genegenheid ons alles doet verdragenhoud je dit
voor gezegd. Zoek, vraag, ondervraag je kameraden, je zult zien,
dat de beste soldaten van al hun superieuren veel houên. Zie den
soldaat hoe heette hij ook weer den soldaat Perrier
die zich in '48 tusschen zijn chef en de vijanden wierp ende borst
doorboord van drie kogels, op den grond vallende nog uitriep//Ver
geet mij niet, mijn goede luitenant! ik sterf graag, omdat ik u het
leven gered hebEn dien anderen grenadiervan wien ik den
naam vergeten heb, die zich liever met bajonnetsteken door den
vijand heeft doen dooden dan zijn gekwetsten kapitein te verlaten
en uitriep//Gij zult hem niet hebben zonder dat ik ook sterf."
En die acht of tien anderen, die in den slag van Rivoli onder een
regenbui van kogels het lijk van hunnen officier uit de handen
van de Duitschers gingen rukken om het met hun eigene handen
te begraven en hem in zijn kamp de laatste eer te bewijzenEn
tal van anderen, wier namen gedrukt staan in zooveel boeken; ieder
herinnert ze zich nog en houdt van hen, alsof zij leefden. Heb je
een lucifer?
De rekruut, die tot dus verre met gapenden wond en uitpuilende
oogen als buiten zich zeiven was blijven staan, haalde vlug een
lucifer voor den dag en bood dien den luitenant aan.
//Als men aan die dingen denkt, en men moet er aandenken,
vergeet men spoedig eenige kleine onaangenaamhedeneenige kleine
verdrietelijkheden van het leven, als men ten minste een beetje hart
heeft. Men 'zal je hier alles leeren wat je weten moet, en daar je
me den indruk geeft van een brave jongen te zijnzal je wel ont
houden wat men je zegt, niet waar?"
De rekruut, nog te onthutst om dadelijk kunnen sprekenmaakte
een teeken van ja.
//Om zijn dienst met plezier te doen, en zelfs om hem goed
te doen", ging de officier wordt //moet men zeker wat verder zien
dan de kazerne en het exercitie-plein. De gewoonte doet ook veel.
Wat is de ransel in het begin zwaar! Hemel, wat een last! Dat