278 zeggen ze eerst allemaal, daarna went men er aan en men bemerkt er niets meer van. En bet eten Je moet niet rekenen op vor- stenmaaltijdenweet je? Soms zelfs, om je de waarheid te zeggen, eet men *zeer slecht, maar men moet geduld hebben, weer geduld, altijd geduld, de groote deugd van den soldaat, en niet gaan pruilen of klagen over alles en over iedereen, zoo als sommigen doen. Men eet wat men heeft, en men is tevreden met weinig. Als men werkt, als men zich vermoeit, als men zijn plicht doet en opgeruimd van hart is, ontbreekt het nooit aan eetlust, en de eetlust is een beste kok. Alleen de luiaards en de geblaseerden hebben altijd op alles wat te zeggen en zijn nooit vergenoegd. Ik zie, dat alle brave jongens goede soldaten zijn, bemind door hun chefs, geacht door hun kameradengeëerd door hun medeburgersen er zijn er die in hun vijf jaren dienst geen enkele maal geconsigneerd zijn geweest en hun strafregister even schoon hebben achtergelaten als een goed gewasschen zakdoek, en gij zult een van de hunnen zijn, niet waar?" De ^soldaat maakte een gebaar van zeer levendige instemming. «Heel goed. En ga je ook niet verbeeldendat er alleen dorens zijn in ons vak, er zijn ook bloemen voor wie ze weet te zoeken, en de goede soldaten vinden ze. Leer zoo goed mogelijk je plicht te doen, wees altijd beleefd, eerbiedig en vol goeden wil, en je zult uit den mond van je kapitein en van de officieren zekere bravo's hoo- ren, die weerklank zullen vinden tot op den bodem van je hart, en je blijdschap zullen vermeerderen en je eetlust ook. De dagen zullen spoedig genoeg voorbijgaanbovendienmen weet nooit wat in vijf jaren gebeuren kan; het zou mogelijk zijndat men ons tien malen van garnizoen deed veranderen, en dan vliegt de tijd zoo om, dat de maanden dagen schijnen. Je zult andere streken zien, andere steden; andere menschen, andere buitenplaatsenbergenzeeën, ons heele schoon Italië, dat je nu nog maar bij naam kent, en van alle kanten zul je er wonderen zien: standbeelden, paleizen, kerken, tuinen. In de vrije uren zul je dat alles gaan bezoeken om na je t'huiskomst aan je familie en vrinien te kunnen vertellen wat je gezien hebt. In den zomer zullen we naar de instructiekampen gaan: acht, tien, twintig regimenten met artillerie en cavalerie. Je zult de schoone uitwerkingen ziendie een kamp maaktde bewe ging, de vroolijkheid en de levendigheid, die er den heelen dag heer- schen; je zult de groote manoeuvres zien, de feesten die gegeven worden vóór het opbreken van het kamp: muziek, bals, tombola's,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 285