280 //Een beetje", antwoordde de rekruutwiens ademhaling nog belemmerd was. //Nu, kom dan mee." Hij ging naar zijne kamer, gevolgd door den rekruut. Toen zij binnen waren, deed hij den braven jongen plaats nemen aan een ta feltje, gaf hem een pen in de hand en een velletje papier voor hem leggende, zei hij hem: //Schrijf aan je vader. Wat? Wat je gezien hebt, wat je denkt, wat je wenscht, wat je voelt. Maar Zwijg! zoo lang je niet gedaan hebt, permitteer ik je niet een woord te spreken." En hij begon weer zijn krant te lezen bij het venster. De rekruut bleef hem aanstaren met een voorkomen van ontsteltenis, daarna liet hij het hoofd zakken, begon eenige minuten te peinzen en daarna langzaam te schrijven. Na een kwartier vroeg hem de officier: //Zijn we haast klaar? Klaarhernam de soldaat zeer vergenoegd. //Lees. liezen Zeker." Hij was verlegen. //Lees, zeg ik je." Hij deed zijn best om te gehoorzamen. //Maar zeg me eerstheb je de waarheid geschreven Ben je oprecht geweest? Heb je waarachtig gezegd wat je meent en watje voelt De soldaat legde een hand op zijn borst en sloeg de oogen hemel waarts. //Lees dan." Hij begon te lezen. Waarde Vader «Ik beu bij 't regiment aangekomen; men heeft ons dadelijk de haren afgeknipt en de uniform aangetrokken. Ik heb van daag op de binnenplaats dien officier uit ons land gezien, u weet wel hoe hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 287