281 heet, en wij hebben satnen meer dan een uur gepraat. Men eet hier niet als heerenmaar als men eten klaar moet maken voor zoo veel menschenis het moeilijk om het goed te doenmaar aan aptijt mankeert het nooit; daarvoor hoeft men maar zijn plicht te doen. De superieuren knorren, maar toch zijn zij allemaal niet kwaad; er zijn zelfs soldaten, die zich hebben laten afmaken Om hen te redden en die hen niet dood in handen van hunne vijanden wilden laten. Er zijn ook soldaten, die nooit in arrest hebben gezeten, en ik hoop, dat het ook zoo met mij zal zijn. En de tijd gaat gaU'w om, omdat men ons zal doen reizenen er zijn standbeeldentuinen kerken te zien, vervolgens de groote manoeuvres en de kampen, waar de generaals zich met de soldaten amuseeren en men eén lo terij houdt. Vervolgens heeft men pleizier met het vaandel te zien en de muziek te hooren. Men vindt vrienden en van den ouden colonel kan men zeggendat hij onze tweede vader is en wij zijn kinderen. Ondertusschen groet ik u, blijf welvarend enz. Uw liefhebbende zoon." //Bravo!" De soldaat begon te lachen en hield het hoofd naar beneden ge lijk de kinderen, als zij hooren zeggen, dat zij mooi zijn. //Nu zul je, om mij pleizier te doen, een glas wijn gaan drinken op de gezondheid van de rekruten. Daar." En hij reikte hem een muntbiljet over. //Luitenantzei de soldaat verlegen en met een gebaar van weigering. //Wat!" riep de luitenant op dreigenden toon. De rekruut nam het briefje aaneenige woorden van dank sta melende. //Luitenant! ik weet waarlijk nietik voel dat //St Hij loopt hard de kamer uit, vliegt de treden van den -trap vier aan vier af, maakt op de binnenplaats twee of drie sprongen in de lucht, zich de handen wrijvende, lachende en in zich zeiven pratende in de cantine gekomenbiedt de marketentster met een lief gezichtje hem een glas wijn aan, vergezeld van een beminnelijkeu glimlach, die hem het vroegere tooneel doet vergetenhij drinkt en loopt weg. Nauwlijks buiten gekomen, ontmoet hij weer den korporaal, die hem nadert met een minder barsch gelaat en beleefder manieren. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 288