298 Roads, Isle No. 10, eindelijk-eene van de forten Henry, Douelson en Shiloh. Het derde deel, dat, naar men zegt, weldra verschijnen zal, zal den veldtocht op het schiereiland Yorktown door het leger van den Potomac verhalen, dat is te zeggen den veldtocht, waarin de prin sen van Orleans een zeer eervol en werkzaam aandeel hebben gehad. In afwachting daarvan zullen wij onzen lezers dit belangrijk ge schrift eenigszins in bijzonderheden doen kennen door uittreksels van de twee eerste deelen. Onder andere zijn de zoo juiste, zoo vrijzinnige inzichten, waarmede de schrijver op krijgskundig en staat kundig gebied optreedtin meer dan één opzicht belangwekkend onafhanklijk van eene werkelijke, duurzame waarde, zouden zij eene hooge verdienste van actualiteit hebbenzoo de weerklank van leven dige en billijke sympathie, dien zij in Amerika gewekt hebben, in minder verwijderde streken werd teruggevonden. Men oordeele; In den aanvang van 1861 kwam eene dier daden van geweld, die de heerschzuchtigen dikwijls weten te bewimpelen met te schooner namen, naar mate hunne drijfveren meer te veroordeelen zijn, de Republiek der Vereenigde Staten verscheuren en er den burgeroorlog ontsteken. Tegen de samenstelling van deze Republiek werd een staatsgreep beproefd door de machtige oligarchie, die in het zuiden heerschte en lanc den boventoon had gevoerd in de beraadslagingen der natie. Den dag, waarop de gemeenschappelijke wet, die gelijkelijk aan den armen en op zich zeiven staanden individu den eerbied voor zijne rechten, en aan de meerderheid het volle genot van de staatsmacht verzekert, geschonden wordt door een gedeelte, welk ook van de maatschappij, is het despotisme gegrondvest, zoo deze aanslag niet streng wordt onderdrukt. Bij de verkiezingen van een President in 1860 geslagen, wilden de Zuidelijke Staten door schrikaanjaging of geweld den in vloed heroveren, dien zij tot dien dag in het belang der slavernij hadden uitgeoefend, en terwijl zij de woorden onafhanklijkheid en vrijheid luide deden klinken, vertrapten zij eene heilige overeenkomst, zoodra de volksstem zich tegen hunne staatkunde had geuit. Maar het geluk, dat altijd door de zoogenaamde providentieële mannen als een rechtvaardiger wordt aangevoerdliet hen in den steeken de overwinning bezegelde de zaak van de rechtvaardigheid en van de wet. Men zag toenwelke schatten van geestkracht de milde en stand- O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 305