309 digheden niet onbepaald afkeuren, omdat het 't eenige middel is dat dadelijk helpt, en vooral dadelijke voorziening is op het oogenblik noodig. Maar de toekomst mag daarom niet uit het oog worden ver loren, en op den duur helpen ook hooge handgelden niet, doch zul len zijover het algemeeneer strekken om het gehalte der solda ten te doen dalen. Wanneer de soldaat in geheel Indië gehuisvest ware in ruime, luchtige, doelmatige kazernes; wanneer hij eene voeding had, die hij nergens beter zou kunnen verlangen; wanneer zijne soldij groot genoeg was om niet enkel zijn troost te moeten zoeken in den ramp zaligen jenever of arak; wanneer voor zijne toekomst en ook voor vrouw en kinderen kon worden gezorgd, eerst dan, maar ook alleen dan, zal op den duur het Indische leger niet alleen voltallig, maar ook eene keurbende zijn. Krachtig is het pleidooi des heeren Van Delden voor de nood zakelijkheid om spoedig over te gaan tot het legeren, zooveel moge lijk, van de soldaten in gezonde streken binnen'slands. In 1870, meenen wijis dit in beginsel door den koning goedgekeurdde uitvoering is steeds uitgesteldde eerste jaren omdat daarvoor geen geld op de begrooting was, nu door de tijdsomstandigheden. Het zijn juist die tijdsomstandigheden, zegt de heer Van Delden, en hij toont dit nader aan, die de handen aan het werk hadden moeten doen slaan; eischt de menschelijkheid het niet, dan toch zeker het geldelijk belangAl bepaalde men zich voorloopig tot bamboezen gebouwenin afwachting dat er een voldoend aantal militaire of des noods civile ingenieurs kunnen aangewezen worden om permanente kampementen te ontwerpen en op te richten of tot dat in andere opzichten de //tijdsomstandigheden" gewijzigd zijndan zou al zeer veel gewonnen wezen. Ook het lot der half-Europeesche soldatenkinderen trekt des schrij vers aandacht; voor deze, zegt hij, moet door den staat met mil de hand worden gezorgd; het belang, niet alleen van die kinderen, maar ook van den staat-zelven is er mede gemoeid. De woorden, op blz. 48 voorkomende, verdienen voorzeker aan dachtige overweging en behartigingWil de staat een goed leger bezittendan moet hij dat leger goed betalen. Over de geldkwestie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 316