VARIA. De Barisan van Madoera. De tegenwoordige legercommandant wenscht van de barisan de grootst mogelijke partij te trekken voor ons leger. Meer dan eenig ander is hij door zijne vroegere betrek king van kommandant der 3e militaire afdeeling op Java bevoegd, een oordeel te vellen ever de militaire waarde dezer korpsen. Maakt men daarvan een nuttig gebruik, dan wordt de behoefte aan eene uitbreiding van het leger met betrekkelijk weinig onkosten verwezenlijkt. Wil men van de barisan zooveel mogelijk nut trekkendan moeten zij een zuiver militair karakter hebben. De regeering is heb ik het wel daartoe niet ongeneigd. Zij wenscht niets liever dan dat het beheer dier korpsen geheel onttrokken worde aan de zorgen van het departement van binnenlandsch bestuur, en voortaan geheel worde overgebracht bij het departement van oorlog. Beoogt men dit, dan rijst de vraag in hoever de bemoeienis van den resident van Madoera met de barisan nog meer beperkt moet worden, dan reeds vroeger in dit tijdschrift werd aangegeven. Den resident die bemoeienis geheel te ontnemen kan men niet. Zij zou b. v. alleen noodig zijn bij het aanwijzen der personen die voor den officiersrang in aanmerking komen, en het leveren van de in dienst te nemen manschappen. Hoe deze worden verkregen moet ons niet kunnen aangaan, omdat men niet behoort te treden in de attributen van den Panembahan, die volgens den adat over zijne onderhoorigen beschikt ten behoeve van den krijgsdienst, zonder dat de regeering zich ooit met de détails van dergelijke regelingen heeft ingelaten. Eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 319