•324 Het territoriale leger wordt in oorlogstijd sanmengesteld uit de manschappen, die volgens hun leeftijd daartoe behoorenper militaire afdeeling. Gedurende den vrede zal van de kaders slechts zooveel personeel in dienst zijn, als noodig is voor het beheer en de ad ministratie. De officieren en onder-officieren moeten worden getrok ken uit gepensioneerde officieren en gewezen onder-officieren en uit hen, die als volontaires tfun an hun dienstplicht vervuld hebben. De taak der troependie tot het territoriale leger behoorenis in oorlogstijd het bezetten der vestingen en van andere belangrijke pun ten de kustverdediging en de etappendienst. Zij kunnen echter ook, in brigades, divisiën en legerkorpsen vereenigdvoor operatiën te velde worden gebruikt. Een andere belangrijke wet, waarvan het ontwerp thans gereed ligt voor de behandelingis la loi des cadresdie de sterkte en indeeling van de verschillende onderdeelen van het leger bepaalt. Wij willen dit ontwerp hier niet in bijzonderheden nagaan, omdat het uit den aard der zaak een verzameling van cijfers bevat. Alleen teekenen wij aan, dat daarbij aan alle wapens, vooral aan de artillerie, een aanzienlijke uitbreiding wordt gegeven, die reeds gedeeltelijk is tot stand gebracht. De regimenten infanterie zullen, evenals in Duitsch- landworden samengesteld uit 3 bataillons van 4 kompagniën, doch bovendien nog 2 depöt-kompagniën hebben. Elke kompagnie is op voet van oorlog 260 man sterk en de kommandant er van is bereden. De kaders der kavalerie worden ingekrompenbij den grooten staf 'vervallen de maarschalken; terwijl de wijze van aanvulling van den generalen staf bij een afzonderlijke wet zal worden geregeld. Men beweert echter, dat de Minister van Oorlog niet is ingenomen met verschillende ingrijpende wijzigingen, die het wetsontwerp beoogt, en dat hij o. a. geheel in strijd met het gevoelen der Commissie i die het ontwerp heeft gemaakt, de bataillons van 6 kompagniën wil behouden zien. In hoeverre dit juist is, zal bij de behandeling inde Nationale Vergadering blijken. Nog is den 24steQ Juli 1873 een wet tot stand gekomen, waarbij burgerlijke bedieningen zijn verzekerd aan oude onder-officieren voor de zee- en landmacht; terwijl bovendien onlangs een wet aangenomen is, die de bezoldiging en het pensioen dier categorie van militairen aanzienlijk verbetert. Een overzicht daarvan komt voor in i'Avenir Militaire van 6 Juli 1874,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 331