die, volgens hem, niets beteekenen zouden. De regeering is echter onmachtig om zich op andere als officiëele bescheiden te beroepen. Uit de sterktestaten dan blijkt, dat de totale legersterkte op 1 November 1872 bedroeg 28086 man 1 1873 30131 en 1 1874 31168 De legersterkte was dus op 1 November 1874 ongeveer 3000 man grooter dan op 1 November 1872, voor dat de oorlog op Su matra begon. Gaarne stem ik toe, dat er een groot onderscheid moet gemaakt •worden tusschen de sterkte van een leger in vrede en in oorlogstoe stand. De elasticiteit, die in de legerorganisatiën in Europa bestaat, mist men in Indië. Al kan ik toegeven dat dergelijke elasticiteit daar wenschelijk ware, dat het wenschelijk ware indien men onmiddel- 1 i.)k bij het uitbreken van een oorlog in Indië eene groote reserve in het veld brengen kon, dan kan ik echter den geachten afge vaardigde nog niet toegeven, dat er gesproken zou kunnen worden vau //het wegsmelten van het Indische leger". Hoe is het nu met dat gedeelte van het legerdat tot bezetting van Atjeh dient? Bij het terugtrekken van de tweede expeditie zijn er achtergelaten 113 officieren en 3262 manschappen; kort daarop, na het gevecht van 16 April 1874, werd die oorspronkelijk vastgestelde sterkte ver meerderd tot 138 officieren en 3776 man. Op nadere aanvraag van generaal-majoor Pel werd weldra de sterkte wederom vermeerderd, zoodat zij in de maand Augustus 163 officieren en 4466 man be droeg, en sedert de laatste versterkingen in het begin der maand December gezonden zijnbedraagt de sterkte van het bezettingsleger 6010 man. Men vergete niet, dat het terrein, hetwelk te verdedigen is, nog altijd vrij beperkt is en dat, ondanks de versterkingen, langzamerland en nog onlangs door generaal Pel genomen en de uitbreiding alzoo aan het bezette territoir gegeven, het thaus nog niet meer dan eene uitgestrektheid van ongeveer 10 vierkante palen geldt. In de tweede plaatsde gezondheid der troepen. Yan den beginne af is bij deze gelegenheid aangenomen een stelsel van evacuatie we gens de ziekten. Men heeft, zoo veel men kon, de zieken geëvacueerd en versche troepen aangevoerd. Dit stelsel heeft natuurlijk ten gevolge, dat de legerdeelenwaaruit men de aanvulling haalde, langzamerhand 330

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 337