341 daten, die daar eenmaal zijn, koopt door het dubbele of des noods het driedubbele te geven van de handgelden die hier in Nederland betaald worden? De berichten zijn er reeds, dat de meeste der 2000, die extra gezonden zijn, hun ontslag hebben gevraagd en aanstalten tot terugkeer maken. Nu moet het Gouvernement in de eerste plaats hunne reis van Indië naar Nederland betalen. Stel het beste geval, dat al die menschen zich weder reëngageerenhier het hoogste hand geld krijgen en op nieuw de reis naar Indië doen met stoomgelegen- heid, dan verloopt er bijna een jaar dat men geen dienst van hen heeft, terwijl zij te Atjeh zeer nuttig hadden kunnen zijn. Het Gouvernement geeft drie uitrustingenbetaalt twee mailreizen enz., hetgeen zeker viermaal zooveel kost als dadelijk een zeer hoog handgeld. Waarom worden de offertes in Indië niet zoo gedaan, dat het de manschappen lokt om te blijven? Degenen die te veel gele den hebben, kon men dan aan eene herkeuring onderwerpen en zij die geen dienst kunnen doen, konden worden teruggezonden, terwijl men uitsluitend de goeden behield. Dit zelfde geldt voor de inlandsche soldaten. Na verloop van eenige jaren krijgt de inlandsche soldaat een klein pensioentje. Onder die lieden zijn waarschijnlijk honderden, misschien duizenden en valide per sonen, die gaarne weder in dienst zouden willen treden, maar die inlandsche soldaat blijft toch altijd inlander; hij heeft een klein pen sioentje jen blijft in de kampong luieren. Volgens de bestaande be palingen staat, wanneer hij weder dienst neemt, zijn pensioen stil. Wat was nu eenvoudiger dan dat men, in de gegeven omstandig heden, nu wij soldaten noodig hebben, hun, bij weder in dienst tre den, het pensioen te gelijk met de soldij liet behouden? In buiten gewone omstandigheden moet men buitengewone maatregelen nemen, en de Minister kondunkt mijvan hier uit daarop invloed ten goede uitoefenen. Mijnheer de Voorzitter, indien deze interpellatie het ge volg heeft dat door den Minister niet langer maatregelen beraamd en en adviezen gevraagd wordenmaar dat wij weldra in de staatscou rant besluiten zien verschijnen die aantoonen, dat de Minister wer kelijk doordrongen is van het besef der noodzakelijkheid van den den haastvan den grooten haast om het Indisch leger van Euro- peesche soldaten te voorziendan zal ik daarin de meeste satisfactie vinden voor mijne poging." De Minister van Koloniën antwoordde hierop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 348