27 elk van vier compagniën 'a 200 man ieder, en eene te Delft te lege- ■en compagnie artillerie. Het thans te Harderwijk bestaande koloniaal werfdepot zal onveranderd worden behouden. Eene nieuwe formatie van het personeel bij den artillerie-construc- ;iewinkel te Soerabaja is ontworpen en bereids door het Opperbe stuur goedgekeurd, terwijl tevens machtiging werd verleend tot de vaststelling van het voor die inrichting nieuw ontworpen reglement, let doel, dat men zich met deze wijziging voorstelt, is, voortaan leter dan op de tot dusverre gevolgde wijze in de behoefte aan geschikte werklieden, inzonderheid aan instrumentmakers en metaal- Iraaiers, te voorzien, en wel voornamelijk door die ambachtslieden, ivelke tot nog toe uit Nederland moesten worden uitgezonden, voort- mn bij vacature zoo veel mogelijk te doen vervangen door werk- ieden, bij den artillerie-constructie-winkel zelve gevormd. Eene nieuwe formatie van het personeel bij de geweermakersschool ;e Meester-Cornelis en in het algemeen van dat der geweer- en lade- makers is mede in werking getreden, te gelijk met eene verbetering der positie van dat personeel. Het getal meesters-geweermakers met den rang van onder-adjudant is van 8 op 9 en hunne positie meer n overeenstemming gebracht met die van de militaire opzichters der jenie le, 2e en 3e klasse. Met het oog op de nieuwe formatie zijn ;en drietal meesters-geweermakers 3e klasse adjudant-onderoffi- ;ieren naar Indië gezonden, ten einde als onderwijzers bij de jeweermakersschool op te tr-eden. De graad van korporaal-geweer maker, die hier te lande niet bestaat, is ook voor Indië afgeschaft. Zielcte- en sterftecijfers. Op Java en Madura was het aantal ehandelde militairen in 1873 geringer dan in 1872, maar de sterf- everhouding veel ongunstiger. De verhouding namelijk der sterfte tot de sterkte des legers, die i 1872 slechts 2,39 pet. bedroeg, steeg tot 5,02 pet. of 8,24 pet.» aar mate men de overledenen bij de tweede expeditie tegen Atjeh tot ulto. 1873, volgens voorloopige opgaven, 439) al of niet buiten ekening laat. De sterfteverhouding der verschillende landaarden kan, daar de especificeerde opgaven nopens de bedoelde expeditie nog ontbreken iet volledig worden opgegeven. Ook nu weder was de sterfteverhouding op de kustplaatsen veel ngunstiger dan op de plaatsen binnen 's lands gelegenvoor deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 34