344
«-Ik zal niet terugkomen op de cijfers van den Ministerik hoop
dat ze zullen blijken beter te zijn dan in der tijd die van den
maarschalk Leboeuf.
In Frankrijk was het leger, als men de officiëele staten van 1S70
nasaat, voor de Pruisen om van te beven, en welke was de uitkomst
Hartelijk bid ik dat het niet zoo zal zijn met de cijfers van de
zen Minister.
Ik wist niet, dat de leden dezer Kamer aan den Minister van
Koloniën den weg hadden aan te wijzen, dien hij heeft te volgen
om te zorgen dat het Nederlandsch-Indische leger behoorlijk van
Europeesche soldaten worde voorzien.
Wil de Minister intusschen hij heeft mij er een verwijt van
gemaakt dat ik hem geene middelen aan de hand heb gegeven
wil de Minister een paar middelen van mij eens beproeven, ik ben
volkomen bereid die hem te geven.
Hoe het zijik maak het slotwoord van 's Ministers repliek tot
het mijne: ik hoop dat deze interpellatie zal strekken om de aandacht
van het publiek, maar vooral van de regeering te vestigen op het
Nederlandsch-Indisch leger en dat de pogingen, om dat leger in
staaf te stellen Atjeh op den duur te blijven bezetten, spoediger
genomen en meer afdoende zullen zijn dan tot nu toe, om als dan
dien defensiven veroveringsoorlog in een werkelijk oilensiven te
veranderen."
Hierop werd de beraadslaging gesloten.
//Ik heb cijfers gegevenmaar mij van beschouwingen onthouden
ieder trekke uit die cijfers gevolgen", zegt de Minister. Van die ver
gunning gebruik makende, merken wij op, dat onze beschouwingen,
in de le en 2e aflevering van dit tijdschrift (1875) voorkomende,
speciaal betrekking hadden op de Europeanen des legers. Dat het
inlanclscJi element in den loop van 1874 zooveel mooglijk uitgebreid
en dus op het einde des jaars overcompleet was, was ook ons be
kend; maar het mag niet uit het oog verloren worden, dat, hoe
goed ook te vertrouweneene uitbreiding van dat element ter dekking
van het incompleet aan Europeanen zekere grenzen niet te boven
mag gaan. Onze inlandsche soldaten zijn goed te veldehun trouw
is bij ons boven verdenking, maar altijd blijft het noodighen te
ondersteunen, te doen leiden, te encadreeren, door Europeanen.