353
en de le luitenant-kwartiermeester H. J. Ebbink; totaal 19 officieren
en 420 onderofficieren en manschappen, met 120 koelies, 6 mandoers
benevens 13 vrouwen.
Ten öVs uur was alles gedebarkeerd en marcheerde de kolonne
naar de woning van den controleur te Laboean Deli, in welker nabij
heid behoorlijke loodsen opgeslagen waren voor logies voor 2 kom-
pagniën en voor de opbewaring van vivresterwijl één paal verder
nog eene loods (het zoogenaamde club-house) was aangewezen tot
logies voor de overige troepen.
Tegen 972 uur 's avonds werd door een der Europeesche onder
nemers, den Heer Sanders te Karelshu, dringend hulp verzochtwijl
hij vreesde, dat zijn land door Batakkers zou worden afgeloopen;
waarop de luitenant Röpke bevel kreeg, zich met een detachement
derwaarts te begeven.
Den volgenden morgen begaf de expeditiekommandant zich met
twee kompagnien infanteriede artillerie en de veldambulancede
troepen voorzien van 6 dagen vivres, naar Arendsberg (Kloempang),
terwijl de 3e kompagnie te Laboean Deli achterbleef, met last de
hoofdplaats te beschermende vivres en achtergebleven zieken te be
waken en zoo noodig hulp aan de ondernemers in den omtrek te
verleenen.
Na aankomst te Arendsberg werden op aanvrage van de eigenaars
der ondernemingen //Rotterdam" en //Perseverance" de luitenants Van
der Veen en Logeman ieder met een detachement derwaarts gezonden.
In den ochtend van den 12™ Juli marcheerde de expeditie-kom-
mandaut naar Soengal met de le kompagnie van het lle Bataillon,
de artillerie en veldambulancewelke troepenmacht later nog versterkt
werd met den 1™ luitenant Van der Veen en het met dezen uitge
zonden detachement.
De 2e kompagnie zou voorloopig te Arendsberg blijven ten ge
volge van de ontvangen mededeelingdat er zich stroopbenden
in den omtrek hadden vertoond.
Ten 10V4 uur bereikte de expeditie-kommandant de kampong
Lalang, waar de kapitein Koops zich had versterkt en waar de troe
pen onder dak gebracht werden.
Korten tijd na aankomst bezichtigde hij in gezelschap van den
assistent-resident van Siak en onderhoorighedenden heer Lockere
de Bruyne, den Sultan en den kapitein Koops de plaats, welké
nabij Soengal voor het aanleggen eener versterking was uitgekozen.
18