354 Die plaats werd goedgekeurd en dadelijk met de werkzaamheden een aanvang gemaakt. In den loop van dezen dag werden nog eenige troepen naar Soen- gal gezonden en bevelen gegeven tot het opkomen van den chef van den expeditionairen geneeskundigen dienst met het resteerende gedeelte der ambulance en van den luitenant-kwartiermeester. In den morgen van den 13"5™ Juli kreeg de expeditiekoroman- dant bericht, dat er in den omtrek van de onderneming //Perseve rance" vijandelijke benden gezien waren, waarop dadelijk een pa trouille van 20 bajonetten onder den luitenant ter zee 2e klasse Van Waning derwaarts werd gezonden en later, na ontvangst van een tweede bericht, eeue sectie Europeanen onder den 2ea luitenant Götz. De uitgezonden troepen keerden den volgenden dag terug met de tijding, dat men niets bijzonders had ontmoet. De naar de onderneming van den lieer Sanders uitgezonden pa trouille was eveneens onverrichter zake teruggekeerd. In den loop vau den 15cu werd van den kapitein Kroesbeek wien was opgedragen met 100 mau zijner kompagnie in de richting van Timbang Langkat op marsch te gaan, de langs dien weg gelegen pepertuinen van de oproerige datoe's te verwoesten en ze van de aanwezige stroopbenden te zuiveren, bericht ontvangen dat hij aan den last voldaan had zonder een vijand te zien. De landingsdivisie van Z. M. Stoomschip //den Briel", door de van Batavia gezonden versterking niet langer noodig, keerde den 16 Juli naar boord terug. Op dien dag besloot de expeditiekommandant den volgenden mor gen twee kolonnes uit te zendeneene onder den kapitein Kroesbeek naar Namonarassie, eene andere onder bevel van den kapitein Lucher naar Sembahé, op welke plaatsen zich, naar men vernomen had, vijan delijke benden ophielden. De kolonne Lucher, die in den morgen van den 17 den was uit gerukt, keerde ten 5 ure terug met de mededeelingdat op de nadering der troepen de zich in de kampong Sembahé bevindende personen de vlucht hadden genomen. Bij het doorzoeken der woningen waren eenige voorwerpen ge vonden uit de geplunderde en daarna verbrande woningen van de heeren Pichal en Kömer. De terugmarsch was aangenomen, nadat de kolonne eeuigen tijd te Sembahé gerust en de kampong in brand gestoken had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 361