356
kampong Mentjirin, op welke plaats de hollandsche vlag werd ge-
heschen.
Men overtuigde zich van de vredelievende gezindheid van de be
volking, evenals bij de volgende kampong Nawa Roebier en marcheer
de daarop naar de rivier Gloegoer, waar het bivouac betrokken werd.
Den volgenden dag werd de marsch weder voortgezet en het éta
blissement van den Heer Peijer, en daarna Arendsberg bereikt.
Volgens verschillende ingekomen berichten hielden vele oproerige
hoofden zich te Oedjong Barat op.
Den 23sten Juli besloot de expeditie-kommandant daarom, in over
leg met den assistent-resident van Siak, den volgenden dag een
tocht naar die kampong te ondernemen, waarvoor al dadelijk de noodige
toebereidselen werden gemaakt.
Den 24?sten Juli des morgens om 5 uur marcheerde de Chef
der expeditie met zijn adjudant, 100 Europeanen der le kom-
pagnie, een houwitser en een mortier onder den kapitein Adama
Van Scheltema en den officier van gezondheid 2e klasse Cremer
met de noodige draagbaren, geneesmiddelen en ververschingenuit
het versterkt bivouac //Entreprise Estate" naar Soengal.
Honderd man der 3e kompagnie en een mortier onder den 2en
luitenant Moreau stonden hier gereed; van die gezamenlijke macht
werden twee kolonnes geformeerdieder uit 2 sectiën Europeanen
en 2 sectiën Inlanders bestaande, de eerste kolonne onder bevel van
den kapitein van Eersel, sectie-kommandanten le luitenant Van Der
Veen, 2e luitenants Logeman en Ponstijn en een sergeant-majoor;
tweede kolonne, kommandant kapitein Lucher, sectie-kommandanten
2e luitenants Soeterik en Röpke en twee sergeant-majoors.
Aan de le kolonne werd de kapitein Adama Van Scheltema met
een mortieren en een houwitseraan de 2e de luitenant Moreau met
een mortier toegevoegd.
De 5e sectie Inlanders, waarbij ook nog vier Europeanen, werd
onder den 2en luitenant Maurenbrecher met de dekking der vivres
belast, tot achterwacht bestemd, en daarbij een 20-tal pradjourits
van den Sultan onder en Inlandsch sergeant gevoegd.
Nadat de kolonnes geformeerd en aan de 200 koelies van den
Sultan onder het hoofd van Soengal, Saridi Radja, de vrachten aan
gewezen warenwerd de marsch verder voortgezet. Door de kolonne
werd de volgende marschvorm aangenomen: spits, een Europeesch