359 zichtbare manschappen misleid, deboucheerde uit het bosch in de alang- alangstond weldra 30 ellen van de troepen en opende het vuur. Dit bleef door de voorwacht, die links van den houwitser stond, niet onbeantwoord; de vijand week door dit vuur rechts af, kwam nog iets vooruit en stond nu vlak voor den houwitser, die met een kartets geladen was. De kapitein Adama Van Scheltema liet daarop tweemaal vuren, welk vuur, door dat van de sectie van den sergeant-majoor Provoost ondersteundten gevolge haddat de vijand onder een hevig ge schreeuw en met achterlating van al zijne dooden op de vlucht sloeg. In de onmiddellijke nabijheid van het voetpad, dat verder door de kolonne gevolgd moest worden, lagen drie dooden, terwijl er ver der in het bosch nog zeven gevonden werden. Nauwelijks was de vijand door de eerste kolonne in het front verdreven, toen er op de achterwacht hevig geschoten werd, blijkbaar met het doel, de koelies in verwarring te brengen. De vijand werd echter door het vuur van de kolonne Lucher zoo wei ontvangen, dat hij met spoed in het ravijn terugtrok. De 2e kolonne vervolgde daarop haren weg en kwam op de ladang aan. In den omtrek geen vijand meer vernemende, liet de Chef der expeditie de kolonne voorwaarts marcheereu, met de koelies tusschen de beide kolonnes in. Door de eerste kolonne werd de marsch tot dicht bij Kotta Djoerong zonder hindernissen voortgezet. Daar werd door de voorwacht gerapporteerd, dat het voetpad versperd was en er een weg door het bosch moest gekapt worden. De vijand gaf alstoen op degenen, die zich hiermede onledig hielden, in den wilde vuur, zender hun daardoor eenig letsel te doen, waarom het ook niet beantwoord werd. Weder in de richting van het eigenlijke voetpad gekomen, werden de houwitser en mortier in batterij gesteld, trok de voorwacht rechts om en werden twee worpen uit den mortier en één kartetsschot uit den houwitser gedaan, waarna de vijand, na nog een paar maal gevuurd te hebben, in overhaasting de vlucht nam. Even voor dat zulks plaats had, werd de achterwacht, juist bij het passeeren van een alang-alangveldin de rechterflank beschoten; het vuur van de 2e kolonne deed den vijand echter, met achterlating van eenige dooden, spoedig het bosch weder opzoeken, waarop in die richting nog een worp uit den mortier werd gedaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 366