362 vouac, waarom zij verbrand, en besloten werd op de ladang aan deze zijde van het ravijn te bivakkeeren. De terugmarsch werd daarop aangenomen en omstreeks 4V2 uur die plaats bereikt. Nog waren de verhitte en vermoeide troepen bezig het terrein open te kappen, toen een geweldige regen hen overviel. Ten 6V4 uur hield deze op en kon er gekookt worden. In over eenstemming met den assistent-resident besloot de expeditiekomman- dant, niet verder op te rukken; vooreerst omdat men overtuigd was» dat de vijand, die zijne stellingen en Oedjong Barat verlaten had» nergens meer zou stand houden, vooral niet in versterkingen, waar zij veel van de worpen uit den mortier te lijden hadden, en ten an dere om de boven-Batakkers, wien door de Datoe's was medegedeeld, dat de troepen van het Gouvernement gekomen waren om hun land te veroveren, te doen ziendat er geen oorlog tegen hen gevoerd werd- Men hoopte deze daardoor van de Datoe's afvallig te doen worden en den oorlog spoedig te doen eindigen. Daar het niet noodig was aan de Soengei Behilan te bivakkeeren en niet wenschelijk, de troepen te veel aan de nachtelijke regens, die in de hoogere streken bijna dagelijks vielen, bloot te stellen, besloot de Chef der expeditie den volgenden dag den terugmarsch aan te nemen. Den 26steu Juli om 4 uur werd reveille gehouden en om 5y2 uur opgemarcheerd; de houwitser werd nu gedragen, waardoor de marsch veel sneller ging. Om 11 uur bereikte men de ladang, voor de ver brande kampong Tandjong Baleh gelegen, waar tot 1274 uur gerust werd. Even voor de ladang was een verpestende stank, veroorzaakt door de vele onbegraven lijken. Om 12Vé uur werd de marsch weder aangevangen en om 4J/2 uur Soengal bereikt. Eenige dagen later kreeg men de tijding, dat de bewoners van de kampong Lao Bekari den 24™ tegen onze troepen gevochten hadden en dat die kampong versterkt was. waarop den 31™ de kapitein Van Eersel met eene kolonne van 120 bajonnetten, waaraan een mortier werd toegevoegd, derwaarts vertrok. Zonder vijanden te bespeuren, marcheerde hij tot voorhij Tan djong Baleh, waar gerust werd en van waar twee patrouilles werden uitgezonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 369