29
1872 stationair bleef (12,5 per cent); de oorzaak van dit groote
verschil moet gezocht worden in de mindere uitbreiding der prosti
tutie in laatstbedoelde bezittingen.
De cholera eischte in de Buitenbezittingen slechts enkele slachtof
fers, en wel in de garnizoenen van Palembang, Muntok, Padang
en Singkawang.
De sterftecijfers over 1873 zijn voor Java en Madura:
Sterfte.
Europeanen
Afrikanen.
Inlanders
Overleden.
Legersterkte.
471
7312
10
407
203
5926
1:15,52 of 6,44 pCt.
1:40,7 2,46
1:29,19 3,43
Totaal 684 13645 1:19,89 of 5,02 pCt.
Naar gelang der legering aan de kust of binnen 's lands was de
sterfteverhouding respectivelijk
Europeanen8,91 en 3,37 pCt.
Afrikanen26,31 1,29
Inlanders4,08 2,1
Hierbij moet nog in rekening worden gebracht, dat de zwakke
gestellen en zieken in den regel van de kustplaatsen worden geëva
cueerd en dan in vele gevallen binnen 's lands komen te overlijden;
zoodat de ongunstige sterfteverhouding op de kustplaatsen in ver
gelijking met die in het binnenlandin werkelijkheid nog belang
rijker is.
Op de Buitenbezittingen vond men de volgende verhoudingen
Overleden. Sterkte. Sterfte.
Europeanen 98 4932 1:50,32 of 1,98 pCt.
Inlanders 115 8415 1:73,17 1,37 n
Bijzondere instellingen en bepalingen.
Bereieekenen. Bij Koninklijk besluit van 12 Mei 1874 is eene
afzonderlijke medaille ingesteld voor allen, zonder onderscheid van rang
of graad, die één der beide expeditiën tegen het rijk van Atjeh heb
ben bijgewoond, of in 1874 nog derwaarts gezonden zullen worden.
Dronkenschap. Door het legerbestuur kon in het afgeloopen jaar
nog niet voldaan worden aan de opdracht om te dienen van bericht en
raad nopens de wenschelijkheid om te trachten de dronkenschap te