371 Hij ontving verder bevel, bij aankomst ter plaatse dadelijk de noo- dige loodsen te bouwen tot logies der troepen, waarvoor van Soengal door 60 koelies van den Sultan atap zou worden aangevoerd, en daarna over te gaan tot den bouw eene versterking. De luitenant Van der Veen vertrok op den bepaaldeu tijd, doch, aangezien de door den Sultan beloofde koelies niet allen kwamen op dagen bleef een deel der vivres en atappen achter. Een paar uur na het vertrek van deze kolouue werd den expe- ditiekorrimandant door den assistent-resident medegedeeld, dat vol gens berichten van den Sultan de plaats gehad hebbende onderhan delingen tot niets hadden geleid en dat de vijand zich meer en meer versterkte, dat de houding van de kampong Soengal en van zijn hoofd datoe Sri di Radja hem zeer twijfelachtig voorkwam en dat het hem niet verwonderen zouindien zij bij de eene of andere gunstige gelegenheid openlijk de zijde van den vijand kozen. Gebeurde dit, dan zou ook de Soekoe Sapoeloh doewa kotta zich zeker aan den kant der opstandelingen scharenwaardoor het pro viandeeren der verschillende detachementen, door de sterke transpor ten, die dit zou vereischen, met moeielijkheden zou gepaard gaan, zijnde er buitendien een groot gebrek aan dragers. Bijna gelijktijdig werden ongunstige berichten ontvangen van La- boean Deli en van de administrateurs der Deli-maatschappijwelke laatste dringend eene militaire bezetting verzochten. Een en ander deed den kommandant, der expeditie, in overeenstem ming met den assistent-resident, besluiten thans versterking van Java te vragen. Een in dien geest opgemaakt, aan de kommandant van het leger gericht telegram, waarin luitenant-kolonel van Hombracht, die een lichaamsgebrek had gekregen dat hem het marcheeren niet meer toeliet, tevens verzocht vervangen te worden, werd den 15en Sep tember gezonden aan den stationskommandant in de wateren van Riouw en Lingga, op dat oogenblik ter reede Deli, met verzoek een der aanwezige oorlogschepen beschikbaar te stellen tot het over brenging van dat telegram naar Penang. In den namiddag van den 18en werd dit door den kommandant van het leger ontvangen; deze gaf onmiddellijk de noodige bevelen tot het zenden van drie kompagniën van het 9e bataillon infanterie met een detachement artillerie en eenig ambulancepersoneel, terwijl de Nederlandsch-lndische stoomvaartmaatschappij werd uitgenoodigd, een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 378