376 Hoewel nutteloos, wendde hij pogingen aan om de atappen, waar mede die bedekt was en welke het gezicht belemmerden, op te ruimen. Hij stak met zijn bajonnet in den wilde naar binnen en bekwam bij die gelegenheid een schampschot aan de hand. Onmiddellijk na Van Aartsen was de luitenant Prager van de hoofd- kolonne bij de versterking gekomendie officier kreeg daar, vlak voor de palissaden staandeeen schot door de kuitdat hem een oogen- blik later op den grond deed nederstorten. Van de kolonne Van Der Veen was de Inl. sergeant Salicha St. No. 35367 de eerste in de versterking. De luitenant Soeterik en de Europeesche sergeant Kauffmaun St. No. 61965 waren er spoedig na hem binnen. De Europeesche korporaal Reijers alg. St. No. 65520 die trachtte onder de versperring door te kruipen, ontving bij die gelegenheid een schot in den schouder, waaraan hij eenige dagen later overleed. Voor zijn dood werd hij door den expeditiekommandant tot sergeant bevorderd. Tien minuten nadat het signaal tot stormen gegeven was, waren de versterkingen in onze handen. De vijand verliet ze met overhaasting, de vlucht nemende in het ravijn en zijne dooden en gekwetsten met zich voerende. Behalve de bovengenoemde gekwetsten, werden nog 35 manschap pen van onze zijde meer of min door randjoes gewond. De versterkingen of koeboes bestonden uit eene aaneengeslo ten reeks ingravingen tegen den bovenkant van het ravijn ter lengte van 75 el, aan de voorzijde gedekt door een voet hooge borstwering van el dikte, samengesteld uit kort hout, dat op af standen door stijlen bijeengehouden werd en voorzien van twee rijen schietgatenwaarvan de onderste even boven den beganen grond» de andere een voet hooger. Het geheel was gedekt door een zwaar atappen dak en had uit gangen naar het dicht begroeide ravijn. De le luitenant Yan Der Veen werd belast met het oprichten eener versterking te Lao-margo; een detachement infanterie werd daartoe te zijner beschikking gesteldzoomede eenige artillerie onder den luitenant Moreau. De kapitein Kroesbeek keerde met de overige troepen naar Tan djong Baleh terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 383