377
Den 27s'™ September ontving de luitenant Von Schmidt auf Alteu-
stadt, van het garnizoens-bataillon van Riouw en onderhoorigheden
bevel om naar zijn standplaats, waar reeds geruimen tijd gebrek aan
officieren bestond terug te keeren.
Met dien officier zouden 50 gewonde, zieke en zwakke militairen,
speciaal van gemeld bataillon, naar Riouw worden gedirigeerd.
In overeenstemming hiermede werd de stationskommandant op de
reede van Deli uitgenoodigd, een oorlogscliip voor den overvoer van
die militairen beschikbaar te stellen, die dan ook binnen weinige
dagen vertrokken.
Den zelfden dag kreeg de expeditiekommandant bericht van de
aankomst van den resident van Riouw te Laboean Deli en ontving
hij van dezen Hoofdambtenaar de uitnoodiging op een later te
bepalen dag met hem, den stationskommandant en zoo noodig met
den Sultan de üelische aangelegenheden te bespreken en, onmiddellijk
daarop, van den assistent-resident van Siak namens den resident die te
Laboean Delf ziek lag, het particulier verzoek om tot dat einde naar
de plaats over te komen.
Den volgenden dag, 28s'™ September, begaf de expeditiekomman-
mandant zich van Soengal naar Tandjong Baleh en verder naar Lao-
margo, om de genomen vijandelijke stelling in oogenschouw te nemen
en de werkzaamheden der onzen gade te slaan.
Hij gaf over deze laatste zijne tevredenheid te kennen en noodig-
de den luitenant Van der Veen uit, zoo spoedig mogelijk het terrein
voorwaarts in de richting van Lao Potah te verkennen.
Daarop keerde hij terug naar Tandjong Balehwaar voorloopig het
hoofdkwartier gevestigd bleef en van waar maatregelen getroffen wer
den voor den opvoer van atappen tot dekking van de te Laomargo
op te richten kazernes.
Van daar deed hij den resident schriftelijk weten, dat hij vóór
de ontvangst van diens verzoek om naar Laboean Deli af te ko
men reeds het plan had gevormd, naar Laomargo te gaan, zoo
dra bericht van de inneming van de daar aanwezige vijandelijke stel
lingen ontvangen was; en dat hij vermeend had, bij dat voornemen te
moeten blijven, ook nadat hem "s residents missive gewerd, omdat
hij het dringend noodig achtte geen tijd te laten verloren gaan en de
tocht naar Laboean Deli hem weder minstens eenige dagen zou ophouden.
Wijl het reeds meer dan eens gebleken was, dat de vijand, zoodra
wij eene genomen positie verlieten, daar weder op nieuw versterkin-
19