•380 Om Si/j uur (dus na ruim 1/2 uur) was de omtrekking volbracht, en opende de kolonne van den luitenant Ponstijn een snelvuur op de van achteren geheel open rij versterkingen. De hoofdkolonne begon nu direct op de koeboes in het ravijn gelegen te vuren. Dit snelvuur duurde ruim een halve minuut, waarop de luitenant Ponstijn //ophouden met vuren" en atakkeeren" liet blazenbeide ko- lonnes stormden nu vooruit en vermeesterden de vijandelijke stelling vooral de Europeesche sergeant Kauffmann St. No. 61905 onder scheidde zich bij die gelegenheid. De vijand, die toen het snelvuur begon in zijne stelling was ge bleven, hetgeen blijkbaar was uit zijn geschreeuw, vluchtte in allen haast in het ravijn, na zijne geweren te hebben afgeschoten, en liet, behalve eenige kleinigheden zooals kruit, kogels, enz., twee geweren achter. Eene patrouille werd onmiddellijk het ravijn ingezondendoch keerde 11a een half uur terug zonder iets bespeurd te hebbenalleen vond zij wat kruit en kogels. Aan onze zijde waren geen dooden of gekwetsten; de verliezen van den vijand waren niet na te gaan en zijn ook later niet bekend geworden. De koeboes, aan het ravijn gelegen, waren geheel gereed en op de zelfde wijze gemaakt als die door ons te Laomargo genomen. De zij-koeboes waren nog niet voltooid, van de eene was de voor-, linker- en een gedeelte der achterflank en van de andere alleen de voorflank gereed. Zij waren omgeven door hooge palissaden ter lengte van 2yj ter dikte van 0.2 el en met schietgaten voorzien. Het kwam den luitenant Van Der Veen wenschelijk voor, hier eene kleine versterking op te rechten; eene zijkoeboe, waarvan de geul reeds geheel gegraven was, werd daarop met het hout der overige koeboes voltooid. Na het overige vermield te hebben, begaf de luitenant Van Der Veen zich om 4 uur op marsch naar Lao Potahin de pas opgerichte versterking 1 Eur. sergeant, 1 Inl. korporaal, 3 Europ. en 12 Inl% soldaten achterlatende. Nabij Lao Potah gekomen, werd de spits door eenige vijanden, volgens gissing 20 in getalbeschoten die zich op het voetpad bevonden en na eenig vuur van onze zijde dadelijk op de vlucht togen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 387