31
2 anderen (vreemdelingen) niet kon plaats hebben, omdat hun nog
geene brieven van naturalisatie als Nederlanders waren uitgereikt.
Het examen voor 2den luitenant der militaire administratie en der
cavalerie werd door geen der élèves afgelegd.
Op ultimo December 1873 bedroeg het getal élèves 66, dus 50
minder dan het toegestane maximum.
Na opleiding bij de corpsen werd in 1873 op de school te Mees-
ter-Cornelis door 6 onderofficieren met goed gevolg het examen voor
2den luitenant afgelegd; 2 hunner werden geplaatst bij de militaire
administratie3 bij de infanterie1 bij de cavalerie. De 5 eerstver-
melden werden nog in den loop van het jaar 1873 tot officier benomd;
de laatstgenoemde (vreemdeling) was toen nog niet genaturaliseerd en
kon dus eerst later worden aangesteld.
Corps pupillen. In den loop van 1873 werden bij het corps
aangenomen 65 pupillen, waarvan 62 voor 's lands rekening34 pu
pillen werden bij het leger ingedeeld2 afgekeurd en 9 ontslagen
waarvan 8 op verzoek en 1 wegens het niet nakomen der geldelijke
verplichtingen.
De sterkte vau het corps (buiten het kader) bedroeg op ultimo
December 1873 379 man, waaronder 250 zoons van militairen.
Onder de overige pupillen bevonden zich 77 kinderen van bur
gers, 28 uit de weeshuizen, 10 wier vaders en 14 wier beide ouders
onbekend waren.
Corpsscholen en inlandsch onderwijs. Ten gevolge van de gerin
ge hulpmiddelen en van het aanwezig zijn van velerlei oorzaken van
aanzienlijk schoolverzuim, zijn de resultaten van het onderwijs op de
corpsschooien nog altijd gering.
In 1873 werden deze scholen evenwel meer bezocht door zonen
van onderofficieren en minderen van alle landaardenzoodat voor den
vervolge gunstiger resultaten te wachten zijn.
Ivaderschool. Ten einde voor de tweede expeditie tegen Atjeh
zoo noodigover het 10e bataillon infanterie, waarvan de kaderschool
een onderdeel uitmaakte, te kunnen beschikken, werd in Juni 1873
machtiging verleend die school tijdelijk op te heffen.
De kaderschool der veldartillerie te Willem I levert voortdurend
bruikbare onderofficieren en korporaals voor de veld- en bergbatterijen.