438 zee en zette koers naar Barcelona. Deze stad werd door de Franschen geblokkeerd, doch hunne vloot maakte bij de nadering der Neder- landsche scheepsmacht ruim baan. Maar op het vaste land bevindt zich nog eene Frausche krijgsmacht, die het stadje Rosas belegert. In de baai van dien naam laat nu het Nederlandsch eskader zijn anker vallen; en 1500 man troepen landen, om den vijand te dwingen het bele<J der stad op te breken. Dit gelukte, en na het succes keerde Tromp naar het vaderland terug. Toch was het resultaat van beide maritieme expedition voor de lands- regeerin? teleurstellend. De vloot, die zij had doen uitrusten, was sterk, en geoefend krijgsvolk, naar hare meening, daarop in menigte aanwezig. Zij had dan ook minstens verwacht, dat Brest, Rochefort of Toulon door het landingskorps van Tromp bezet zou zijn geworden, en geenszins het vermeesteren van twee onbeduidende eilanden en het alarmeeren der westkust van Frankrijk. Tromp ontving eene ontevredenheidsbetuiging; maar De Ruijter, die minder voorspoed had gehad, kwam er met zijne slecht voorbereide onderneming op Mar tinique beter af dan gene, wien men het bovendien zeer ten kwade duidde, dat hij naar de Middellandsche zee was gestevend. Hoe ook de resultaten dier maritieme expeditiën mogen geweest zijn ze hadden, door de daarbij ten toon gespreide goede samenwerking van land- en zeemacht, in een groot gedeelte van het overwinnende Frankrijk ver bazing en vrees opgewekt voor de stoutheid van een kloekmoedig en tegen twee van de machtigste staten van Europa kampend volk. Roemrijker was het aandeel, dat twee regimenten mariniers, onder de kolonels Palm en Yan Wede in 1674 aan den slag bij Seneffe hadden. Hier stierf Palm den heldendood, een man zooals Bosscha zegt zonder smet of blaam. Yan zijn regiment, dat men aan vankelijk meende geheel vernietigd te zijn, kwamen later nog circa 7- 6, 800 man terecht. Of de mariniers in 1677 ook in den slag bij Mont Cassel streden, is mij niet bekend, maar wel heb ik nagegaan, dat toen de luitenant der mariniers Evertseneen der telgen van het beroemde Zeeuwsche geslacht, waaraan het Yaderlaud zoovele ver plichtingen had, ook den heldendood stierf, nadat hij zich in den slag bij Seneffe had onderscheiden. Was de regeering der Republiek nu overtuigd geworden van het nut om een korps soldaten de marine of mariniers permanent in dienst te houden, niet alzoo was dit het geval met het oprichten van een Neêrlands heldendaden te land, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 445