treedt; alleen het departement van Oorlog, het omvangrijkste mis
schien, niet; daar doet de legerkommandant feitelijk alles zelf, moet
hij in alles beslissen. Laat hij die beslissing in vele zaken aan
de afdeelingschefs over, dan zal spoedig de algemeene leiding, de
eenheid van het departement, het overzicht van het geheel verloren
zijn. Yoor een goed legerbeheer was, ondanks al zijne gebreken
die soms breed uitgemeten werden en grootendeels gemakkelijk hadden
kunnen worden opgeheven het vóór 1869 bestaande //militair de
partement'11, dat bij afwisseling, zeer ten onrechte, den naam van
generalen staf droeg, nog zoo slecht niet. De werkkring van dat
militair departement had wat ingekrompen, de zelfstandigheid der dienst-
chefs daarentegen uitgebreid moeten worden, en dan was dat het
ware kabinet van den legerkommandant geweest; althans dit is onze
meeningen die wordt door velendie den vroegeren en den te-
genwoordigen toestand kunnen beoordeelengedeeld.
De tegenwoordige organisatie van het Departement van Oorlog is,
wat het kabinet betreft, een goedkoopjezonder advies uit Indië in
's Hage uitgedacht. Zij werkt dan ook naar evenredigheid slecht
de legerkommandant moet zich met alle détails bemoeienen is den
geheelen dag aan zijn schrijftafel gebonden. Het helpt niet, of men
den adjudant den majoorsrang geeft; de adjudant moet zijn adju
dant; een ander, liefst de oudste Generaal-majoor, zij chef van
het kabineten aan deze zij het noodige personeel toegevoegd voor
eene behoorlijke leiding van het gansche legerdeheer.
c. In de derde plaats wil Monitor onder de stafofficieren opnemen
de chefs van de staven der militaire afdeelingen en van SumatraV
Westkust. Wij kunnen ons hiermede niet vereenigen; de chef van
den staf in eene afdeeling doet geen stafdienst, hij behoort eenvoudig
tot het bureaupersoneel, dat de afdeeiingskommandant voor den dienst
op papier noodig heeft. De chef van den staf eener afdeeling zou
eigenaardiger den titel dragen van '/kapiteintoegevoegd aan den
afdeelingskommaudant."
Wat wij in hoofdzaak zouden wenschen, is een generale staf die,
behalve uit het dirigeerend personeel en de instructeurs van den
stafschool, bestond uit de (tegenwoordig zes) chefs der opnemingsbri
gades van den topographischen dienst, waarmede dan de geograplii-
sche dienst en de statistieke opname vereenigd of ten minste nauw
verbonden moesten zijnen uit minstens een tiental kapiteins of
466