475 ontwikkeling. Men behelpt zich inet onvoldoende middelen in alle opzichten. De onderofficieren te Meester Cornelis zijn nog verplicht, hunnen tijd gedeeltelijk te verknoeien aan dictaten, en wat ze weten moeten verder te leeren uit boeken, die niet voor hunne opleiding geschreven zijn en aan den eenen kant te veel, anderzijds te weinig bevatten. De eerste kommandant der kadettenschool indien deze mocht worden opgericht die onder de majoors, des noods zelfs onder de kapiteins zou moeten worden gezocht en, zoo hij geschikt bleek voor dien werkkring, zijne verdere militaire loopbaantot kolo nel en zelfs tot generaal-majoor toe, in die betrekking zou behooren te blijven, heeft daarom eene in alle opzichten schoone, eervolle, doch ook zeer moeielijke taak. Yan hem zal het hoofdzakelijk af hangen of de Indische kadettenschool voor Indië zal worden, wat de Militaire Akadeuiie te Breda, door Seelig en Delprat, voor Neder land geweest is. Aan de kadettenschool zouden wij wenschen te verbinden eene voorbereidende school, met twee- of drie-jarigen cursus, waar jonge lieden van 12 tot 14 jaar worden toegelaten om voor de kadetten school te worden opgeleid. Het onderwijs zou dan voor hen al da delijk in dezelfde richting gegeven worden als aan de school-zelve en daardoor te betere vruchten dragen. Dit denkbeeld opperden wij ook reeds in de aanvang dezes jaars in het Militair TijdschriftMo nitor roert het echter niet aan, waaruit afgeleid zou kunnen worden dat hij er zich niet mede vereenigt. Wij zouden dit betreuren omdat, bij den toestand van het middelbaar onderwijs in Indië, in de eerste jaren althans, vermoedelijk, zonder zoodanige voorbereidende school, het aantal leerlingen aan de kadettenschool onvoldoende zou blijven in verband met de behoefte aan officieren bij ons leger. De kosten der kadettenschool?... Zij zijn niet wel te ramen, ook omdat zij gedeeltelijk afhankelijk zijn van het aantal kadets. Maar wanneer erkend wordt, dat ons officierskorps compleet behoort te zijn; dat wij ons niet te afhankelijk moeten maken van het moe derland, omdat die bron geheel opdroogt zoodra het in een oorlog wordt medegesleept en omdat het Nederlandsche leger niet te veel ten behoeve van het Indische moet worden uitgeput, dan is ook de kadettenschool noodig en mogen de kosten daarvan evenmin bezwaar opleveren als die van de oprichting van een behoorlijken generalen staf. Trouwens, voor onderwijs is de beurs thans ruimer geopend dan in vroegere jaren, en eene kadettenschool zal niet alleen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 482