484 verhouding van stikstof in het voedsel, dat wil zeggen door eene ruime vleeschvoeding. Het beste vleesch is dat van den oshet is het gezondste en staat op den duur het minste tegen. Op marsch kan een troep zich door eene kudde ossen doen volgendie soms met karren het brood en de groenten trekken welke bij de voeding noodig zijn. Dit stelsel is zeer voordeelig, mits de beesten behoorlijk gevoed worden en geen te zwa- ren last te trekken hebben. Het vleesch van een vermoeid beest is ongezond en baat weinig. Het ossenvleesch van goede hoedanigheid is donkerrood en vast, en heeft op de dwarsdoorsnede een gemarmerd aanzien. Het vet moet er vrij overvloedig in voorkomen. De reuk mag niet onaan genaam zijn. Bleekweek vleesch is van slechte hoedanigheid en weinig voedzaam; dat vleesch is afkomstig van uitgeputte, slecht gevoede of zieke beesten. Ofschoon volgens verscheidene proefnemingen het vleesch van beesten, die aan typhus of besmettelijke ziekten gestorven zijngeen uadeeligen invloed schijnt uit te oefenen op de menschen die het eten, verbiedt toch de voorzichtigheid, dergelijk vleesch aan de soldaten toe te wijzen trouwenswaar het voedend vermogen minder is, kan men het vleesch vergelijkenderwijze toch ook in ieder geval niet gezond noemen. In onze kazernes en kampen wordt het rundvleesch steeds gekookt gegeten, waardoor het 15 pCt. van zijn gewicht verliest en ter zelfder tijd inkrimpt; het albumine en hematosine stremmen, terwijl de op losbare deelen in het water, dus in de boesillon of de soep, worden opgelost. Om een goede soep te verkrijgen, moeten kilogram rauw vleesch met 30 grammen groenten en 8 gr. zout in twee liters water worden gekookt; alles wordt koud op het vuur gezet en dan langzaam aan de kook gebracht. Het schuim, dat aan de oppervlakte te voorschijn komt, wordt gevormd door de stremming van de straks genoemde stoifen uit het vleesch en de groenten. Wil men slechtere soep maar saprijker vleesch, dan wordt het vleesch in kokend water geworpen; de snelle stremming van het eiwit is dan oorzaak, dat de sappen gedeeltelijk in het vleesch achterblijven. In de soldatenkeukens is geene gelegenheid om het vleesch be hoorlijk te bradenzoodat in de wijze van toebereiding weinig afwis seling bestaat. Het in de soep uitgekookte vleesch wordt soms, zoo goed en zoo kwaad als het gaatopgebraden. Dit is af te keuren in de keukens behoort het noodige materieel aanwezig te zijn om het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 491