42 Roode Kruis. Het te Batavia gevestigde centraal comité voor Nederlandsch Indië van de vereeniging het Roode Kruisdoor ver schillende Nederlandsche comité's krachtdadig ondersteund, leverde, door de verstrekking van materiëele en soms ook personeele hulp op de verschillende gevechtsterreinen op Celebes, in het Delische en Ben- koelensche, en vooral te Atjeh, op nieuw de schoonste bewijzen van groote belangstelling in en ware sympathie voor het lot van den krijgsman en verwierf daardoor, voor zich en allen die het steunden, den warmen dank van het Nederlandsch-Indische leger. De diensten van het personeel van het Boode Kruis te Atjeh werden om strijd geroemd door allendie daarvan getuigen waren. Rechtswezen. Het aantal Europeesche militairen, door wie of ten wier behoeve gratie van de doodstraf werd verzocht, bedroeg 45 tegen 34 in 1872. Sechts aan één persoon, ter zake van moord tot de straffe des doods met den strop veroordeeld, werd lijfsgenade gewei gerd. Zij die gratie ontvingen, hadden zich aan de volgende misdrijven schuldig gemaakt, als: 26 aan feitelijke insubordinatie (waaronder 3 gepaard met insubordinatie door woorden en 1 met diefstal); 14 wegens feitelijke insubordinatie, na reeds ter zake van misdrijf ver oordeeld te zijn geweest; 1 wegens gewelddadige aanranding van een schildwacht op post. De straf van deze personen werd ver anderd in die van drie tot tien jaren detentie. Behalve de genoemden verkregen nog 3 Europeanen, wegens herhaalde insubordinatie tot de doodstraf verwezen, gratie van die straf, en werd deze, met het oog op hunne blijkbare ongeschiktheid om weder in de gelederen terug te keeren, veranderd in tien jaren kruiwagenstrafmet voorafgaande vervallenverklaring van den militairen stand. Een wegens feitelijke insubordinatie tot den kogel veroordeelde Afrikaan verkreeg gratie van die straf, met verandering in 5 jaren detentie. Vier inlandsche militairendie schuldig waren bevonden aan moord, ondergingen de doodstraf; drie anderen, aan welke die straf was op gelegd, werden begenadigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 49