493 Eene voorbeeldige orde moet tevens heersehen in de localen die hij bewoont; alles moet geschrobd, gewasschen, of geveegd worden. In onze kazernes wordt ten deze nog vele malen gezondigdhoeveel het slechts eene zaak van voorschrift en politie is. Waarom zou eene kazerne niet even zindelijk gehouden kunnen worden als een schip; waarom zouden de gangen, de vloeren, het meubilair niet met de zelfde zorg onderhouden kunnen worden als op de schepen geschiedt? In de stallen is men zeer zindelijk, en men heeft gelijk; de paarden worden onder opzicht van een onderofficier geroskamd, geborsteld en gewrevenmaar voor de zindelijkheid der manscliappen-zelven wordt door niemand gewaakt. Voor een iegelijk is reinheid eene onmisbare voorwaarde voor ge zondheid; zij is dit bovenal daar, waar vele personen samen zijn. Elk soldaat moest zijn dag beginnen en eindigen door zich geheel goed te wasschen met spons en zeep. Men zou daartoe, nabij de slaapka mers, waschkamers moeten bouwen. Niet alleen de gezondheidook de spierkracht zou er wel bij varen; men zou die onaangename lucht der chambrées, de uitbreiding van huidziekten voorkomen en men zou den soldaat eene gewoonte aanleeren die hij later, in het burgerleven teruggekeerd, niet meer zou afleggen. Om dezelfde reden moet de man het hoofdhaar kort dragen; geen chef mag toestaan, dat een zijner ondergeschikten zijne vette haren op de kraag van den uniformjas ten toon stelt. Het beddegoed minstens eens in week naar buiten gebracht en goed gelucht worden. Alle dagen behooren de pleinen, zalen, gangen en trappen met de meeste zorg geveegd en eens per week de tafels, banken en vloeren goed afgewasschen of geschrobd te worden. De privaten dienen zoodanig te zijn ingericht, zoo goed onder houden en zoo goed bewaakt, dat niemand ze durft of kan bevuilen. De stinkende zinkputten belmoren zooveel mogelijk te verdwijnen door goeden afvoer der faecale stoffen eii goede privaten zou reeds veel gedaan zijn voor de gezondheid der kampementen, voor het genoegen en de gezondheid van den soldaat. Wij zijn zeer ten achteren in de zorg voor de zindelijkheid van den troep. De menschen baden zich veelal in de open lucht, in eene rivier of aan een put, bij slecht weer in 't geheel niet. Dit stelsel dient waar mogelijk verlaten te worden; er zijn noodig, zooals boven reeds is gezegd, badkamers met overvloedig water, kommen voor voetbaden, kranen en zeep.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 500