509
Het jaar 1870 vond het aan den vijandelijken inval het eerst
bloot staande Baden op alle mooglijke gebeurtenissen voorbereid.
Op den zesden dag der raobielmaking stond de Badeusche divisie ter
sterkte van 18 bataljons, 12 escadrons en 10 batterijen, gereed
tot den strijd bijeen, tusschen Rastatt en Karlsruhe. Eerst een deel
der derde Duitsctie armee vormende, bleef de divisie na den slag van
Wörth waaraan zij geen deel nam achter voor het beleg van Straats
burg; dit is reeds elders beschreven en valt buiten het bestek van
dit boek. Straatsburg gaf zich over op den 28eu Sept. 1870. De
tot aanwending in het vrije veld weder beschikbare troepen van het
belegeringskorps werden den 30™ Sept. als veertiende korps onder
den generaal Von Werder gesteld.
Het bestond, beuevens de Badensche divisie, nog uit eene brigade
van de eerste reserve- en uit de garde-landweerdivisie. Als eerste
taak werd aan het nieuw gevormde korpsin het belang van de
veiligheid der gemeenschapslijnen van de tot Parijs voortgedrongene
armee, een krachtig oprukken tegen de zich bij Belfort en Besanpon
vormende vijandelijke strijdkrachten aangewezen. De met grooten
ophef reeds in het leven geroepene formaties moesten zoo mooglijk
in de kiem gestikt, het hoofdbrandpunt der organisatie uitgedoofd,
de vestingen zooveel mooglijk ingesloten en verlamd worden. Ter
wijl de vierde reserve-divisie (Schmeling) met het beleg van Schlett-
stadt en Neu-Breisach werd belast en de garde-landweer in Straats
burg achterbleef, werd aan het 14e korps opgedragen naar de Boven-
Seine op te rukken en allereerst de Vogesen van benden francstireurs
te zuiveren.
Op den len October ving de voorhoede den marsch aan, dik
wijls opgehouden door kolossale versperringen en barricadeeringen
der bergpassen, maar overigens zonder gevecht. Tot een ernstigen
kamp kwam het eerst bij het deboucheeren uit de défilés op de wes
telijke berghellingen bij Etival en Raon l'Etape. Gedeelten van het
tot verdediging der Vogesen gevormde korps Cambriel werden in een
bloedig gevecht gewikkeld, dat zeven uren duurde. Zes bataljons,
onder aanvoering van den generaal Degenfeldstreden hier tegen den
viermaal zoo sterken vijand, wiens macht 16000 man bedroeg, waar
onder veel linie-troepenbenevens artillerie. Driehonderd dooden
op het slagveld achterlatende, week de vijand spoedig in de richting
van Besanpon terug. Zeshonderd gevangenen bleven in handen van
den overwinnaardie zelf ook tien ten honderd aan dooden en ge-