512
maal op het nieuw gevormde leger van La Cöte d'Or, onder bevel
van zekeren Lavaile, voorzitter van het Verd.edigings-Comité te Dijon.
Lichte voorhoede-gevechten, die aan de wederpartij veel gevangenen
kostten, waren toereikende om dit //legerop Dijon terug te werpen.
Slaan wij een vluchtigen blik op den toestand van het oogenblik,
zoo vertoont hij zich als volgt: Het 14e armeekorps stond ter
sterkte van 23 bataljons, 20 escadrons en 72 stukken geschut drie
mijlen oostelijk van Dijon; voor het front: het leger van La Cöte
d'Or; in het zuiden: de vesting Auxonne; in Dole, zes mijlen ver,
Garibaldi's korps, 10.000 man sterk; bij Besau<?onzes mijlen van
Gray, het korps van Cambriel, ongeveer 30.000 man tellende; inde
rechterflank de vesting Langres met ongeveer 6000 manin den rug
Belfort met ongeveer 10.000 man bezetting; bovendien het geheele
land tot den Rijn in opstand.
Generaal Von Werder besloot nu in overeenstemming met de plan
nen van Von Moltke, het eerst den bij Dijon vermoeden vijand uiteen
te doen stuiven, en daarna, onder vasthouden van dit punt en den
omtrek van Vesoul, tegen de hem van alle zijden omringende vijan
delijke strijdkrachten snel op te rukken. De verdere marsch naar
het Westen werd en bleef verdaagd. De val van Metz had intusschen
het leger van Prins Prederik Karei vrijgemaakt; het zette zich met
versnelde marschen naar de Loire in beweging. De eerste reserve
divisie (Treskow) trok te zamen bij Colmar en moest de insluiting
van Belfort overnementerwijl de vierde reserve-divisie de vestingen
in den Boven-Elzas belegerde.
Op den SOsten October werd door de colonne van Generaal Beyer
en Prins Wilhelm van Baden Dijonna een zeer hardnekkig gevecht,
dat veel verliezen berokkende, genomeu. Tien duizend man had de
vijand tot verdediging van de stad langs den spoorweg aangevoerd;
ook de meest dweepzieke bevolking, zelfs vrouwen, namen deel aan
den tegenstanddie tot in het binnenste der plaats werd voortgezet
en eerst na een verbitterd gevecht in huizen en achter barricaden
tegen middernacht een einde nam.
De inneming van de oude hoofdstad van Boergonje verwekte niet
alleen een' diepen zedelijken indruk in Praukrijk en was ook uit een
politiek oogpunt van gewicht, maar verijdelde ook het concentreeren
van sterke vijandelijke strijdkrachten en stelde bovendien in staat, in
de stoffelijke behoeften der troepen in elke richting te voorzien.
In het begin van de maand November werd de toestand van Von