513 Werder's korps weder moeilijker, daar de eerste zekere berichten omtrent de vorming van een groot Lyonsch leger bij het commando binnenkwamen; ook het korps van Cambriel (thans Michel) gordde zich tot nieuwe werkzaamheid aan. Tegenover de het dichtst bij hem staande Eransche krijgsmacht van 60- tot 72.000 man vermocht Generaal Von Werder slechts 21.500 mail te stellen; doch degelijk onderwezen en in den krijg ervaren troepen, terwijl die van den te genstander uit de meest verschillende bestanddeelen waren saamge- steld. Inzonderheid het uit vier zeer ongelijke brigaden bestaande vrijkorps van Garibaldi bereikte aan verscheidenheid en avontuurlijk heid de uiterste grens van mooglijkheidgelijk bij een uit alle landen saamgeraapten troep vrijscharen wel niet anders zijn kon. Haar waren francs-tireurs de VEgalila, du Mididu Doubs, de la Croix, de Nice, des Vosges, enz., verder compagniën de la revanche, van de Halve Maan, Spaansche, Boolsche, Grieksche, Egyptische, Eransch-SpaanscheCarabinieri uit Genua, Chasseurs uit Caprera, Marseille, Oranuit het Atlas-gebergte en van den Mont-Blane, enfants perdus de Paris, de la mort, kortom alles, wat de fantazie slechts vermag te verzinnen; daaronder evenwel ook vele oude, de gelijke soldaten. Wij moeten hier reeds dadelijk de aanmerking ma ken, dat de militaire diensten, die Garibaldi met zijne scharen aan de Republiek bewees, verre beneden de gekoesterde verwachtingen bleven. Zeer spoedig hadden deze tuchtelooze benden de sympathie van het landvolk verspeeld, en dit te meer, doordien Garibaldi zich de EraDsche geestelijken tot verklaarde vijanden gemaakt had. Generaal Yon Werder's plan was nu, zich door voorwaartsche marschen in alle richtingen lucht te verschaffen, zich tusschen de gescheidene vijandelijke korpsen te werpen en, tusschen Besanfou en Dijon doorbrekende, ze elk afzonderlijk te slaan. Maar de vijand, die in den waan verkeerde, dat na den val van Metz een gedeelte van het beschikbare tweede leger (Erederik Karei) het veertiende korps versterkt had, week over de geheele linie terug. Op den 14sten November trok Von Werder zijn gansche korps om Dijon bijeen, welke stad hij tot uitgangspunt van zijne operaties maakte; de vierde divisie der reserve (Schmeling) werd tot Vesoul nader bij de hoofdmacht gebracht. Intusschen was Garibaldi van uit Autun, waarheen hij teruggetrokken was, weder in het gebergte van La Cöte d'Or voorwaarts gerukt en met generaal Cremer in verbin ding gekomen. (Laatstgenoemde generaal was tot den val van Metz

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 520