514
kapitein bij den generalen staf, daarna met verbreking van zijn
eerewoord uit zijne krijgsgevangenschap ontsnapt en door Gambetta
tot generaal bevorderd geworden). Nadat eene nachtelijke over
rompeling door de Garibaldianen van etape-troepen bij Chatillon-sur-
Seine (P sur Yonne) gelukt was besloot Garibaldi, in gemeenschap
met Cremer, Dijon bij verrassing aan te vallen, daarbij op de mede
werking van de wel voorbereide inwoners rekenende. Maar in het
Duitsche leger was men van alles ten nauwkeurigste onderricht,
verdubbelde de waakzaamheid en had tegenover de dreigende houding
der bevolking van die aan zielen sterke stad zijne maatregelen getroffen.
Werkelijk volgde op den 26sten November, des avonds om zes
uur, nadat des morgens generaal Degenfeld, bij eene verkenning
in de richting der Cote d'Or, op den vijand gestooten had, de aan
val van Garibaldi's hoofdkorps op Dijon. Het viel, bij buitengewone
duisternis en neerstroomenden regen, in drie colonnes, overrompe
lend aan, en stiet op twee bataljons van generaal Degenfeld. On
der vreeselijk gevaas, klokkengelui en het zingen van de Garibaldi
hymne volgde in een stikdonkeren nacht een wilde aanloop; machte
loos stiet hij af, eveneens een tweede en derde, op het met onwrik
bare kalmte op vijftig passen geloste viergelederenvuur. Onder het
geheele korps werd dadelijk alarm geslagen. Vuursignalen verspreidden
hun licht in den omtrek der stad en duizenden mannen in kielen
schenen slechts het teeken af te wachten om los te breken. Den
burgemeester was beduid gewordendat een oproer de verwoesting
van de stad ten gevolge zou hebben. 0p den volgenden dag rukte
generaal Ton Werder met alle krachten tot een vastberaden aanval
van Garibaldi's vrijwilligers op, maar slechts eene achterhoede werd
bij Pasques ingehaald en na een he?t gevecht geheel uiteen gejaagd.
Het bleek echter, dat die troep een deel van het Loire-leger uit
maakte, terwijl de Garibaldianen reeds des nachts in volle vlucht op
Autun waren teruggegaan.
De tot vervolging afgezondene generaal Keiler bevond, dat de vijand
(divisie Oremer) zich bij Nuits, ten zuiden van Dijon, in eene sterke
stelling had verschanst; zijne macht bedroeg ongeveer 12.000 man.
Generaal Keiler aanvaardde, na eenen korten marsch op Autun, waar
zich Garibaldi 's hoofdkwartier en depót bevonden, onder hevige gevech
ten tegen Gremer, die hem den aftocht wilde afsnijden, zijn terug-
marsch op Dijon, waar generaal Von Werder zijn korps weder bijeen
trok. Nieuwe moeilijkheden verrezen er voor den Duitschen aanvoer-