532 Bij aankomst te La Yallée lieten de Fransche officieren hunne ondergeschikten aan hun ongelukkig lot over en vroegen slechts naar goede logementen en bordeelen. Te Gex had een gul Zwitsersch eigenaar zijn huis voor alle door trekkende Franschen opengesteldmaar de officiereu verklaarden niet met hunne soldaten onder één dak te willen zijn. //Nu", antwoordde de gastheer, //gijlieden naar buiten en uwe soldaten naar binnen!" Men begrijpt, dat de tucht onder zulk eene verhouding ten slotte lijden moest. Toen dan ook op zekeren dag Fransche officieren die hunne manschap geleidden tusschen Vevey en Chatel- St- Denis, plaats namen in een voorbij komenden ledigen ziekenwagen, werden zij er door hunne ondergeschikten uit geworpen, die zich op de banken neervlijden. Te Sedan stond een kapitein van het 22° linie-regiment naast zijn luitenant op het oogenblik, waarin dezen door een Duitschen kanonskogel het hoofd werd weggenomen. De kapitein liep met de kas van de koinpagnie naar den vijand ovei. Een onderofficier nam het bevel over de manschap op zich. Na den oorlog werd de oneerlijke kapitein-deserteur verheven tot ridder van het Legioen van Eer. De onderofficier mocht toezien. Keeren wij terug tot République francaise. Er zijn andere bij zonderheden, die nog meer onze aandacht verdienen. De Duitschers hebbennaar hun zeggenslechts 44-000 dooden gehad, Frankrijk 138,871, dat is ruim 90,000 meer. Men telt 127,000 gekwetsten bij de Duitschers en een ongeveer even groot getal bij de Franschen (143,000). Dit verschil in dooden is aanmerkelijkhet ligt, onder andere oorzaken, aan de moeilijker verpleging van ver- wonnelingen op het slagveldaan het lijden der krijgsgevangenschap, aan de gebrekkige inrichting en het ontoereikende der militaire am bulances, waarvoor in vredestijd niets was vooruitgezien worden. D1' Chenu wijst ook op 11421 man, gewond op marsclidat is te zeggen door hun schoeiseldoor de schoenen en die zoo onge noegzame en ongemakkelijke slobkousen in modder en sneeuw. Terwijl de Duitschers langzaam maar zeker vooruitrukten met hunne stevige laarzen, stonden de Fransche soldaten, die men zou kunnen beschou wen als slechts geschapen en voorbereid voor de oorlogen in Afrika, dadelijk bloot aan de guurheid van het weder. Gelijk zij dan ook 311 Italië hunne belachelijke beerenmutsen wegwierpenhaastten zij zich in 1870, hun lastig schoeisel te vervangen door dat van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 539