534 Het Britsch-Indische leger. Volgens de in Juli 1875 aan het Parlement overgelegde bescheiden was de sterkte van het Britsch- Indisch leger voor 187576 vastgesteld als volgt: I. Jluropeesche troepen Artillerie654 officieren, 11,655 minderen. Infanterie Invaliden- en veteranenhuis. Algemeene lijst a la suiteKavallerie id. Infanterie. Niet ingedeeld Generaal-officieren op 252 4,065 372 205 1650 44,312 58 162 2287 142 420 17 144 te zameu. 5996 officieren, 60,224 minderen. II. Inlanclsche troepen (daaronder niet begrepen vrije werklieden, koelies enz.): Artillerieofficieren, 795 minderen. Lijfwachten166 Kavallerie41 18,563 Mineurs en Sappeurs. 3 3,011 Infanterie136 n 101,110 te zamen. 180 officieren, 123,850 minderen. Totaal van het leger. 6176 officieren, 184,074 minderen. Hiervan zijn: in Bengalen. 3441 officieren en 100,814 minderen in Madras. 1527 en 45,618 in Bombay 1208 en 37,642 11e kosten des legers, na aftrek der ontvangsten, zijn voor 187576 geraamd op 14,776,000 ponden sterling. In 187273 en 187374 hebben de totale uitgaven respectivelijk bedragen 14,596,802 en 14,217,390 ponden sterling. Afgescheiden van deze bedragen wordt jaarlijks ruim een millioen ponden sterling uitgegeven voor kazernes, wegen en militaire werken in beide laatstgenoemde jaren bedroegen de juiste sommen 1,166,558 en 1,122,960 ponden sterling. .8 October1875. n n n n n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 541