535
Over de conferenties te Brussel en St. Petersburg. Men heeft
van verschillende zijden verzet aangeteekend tegen het voornemen
van Rusland om de oorlogsgebruiken te u humaniseer enf Het is
dus niet van belang ontbloot ook eens een woord van goedkeuring
te doen hooren. In het Journal de Genève komt een brief uit
Brussel van den 14*1™ Mei voor, waarin men leest: Gij hebt eenige
woorden gezegd over een vlugschrift, onlangs uitgegeven bij Mu-
quardt, te Brussel, waarvan men het vaderschap toekent, ondanks
de zwakke ontkenning van het Journal de St. Petersbourgaan den
generaal Todleben Engeland en de kleine Staten op de Confe
rentie te Brussel
De schrijver heeft niet veel moeite om te bewijzendat het ont
werp der conferentie belangrijke verbeteringen in de oorlogsgebruiken
beoogten dat Engelanddoor te weigeren zich naar St. Petersburg
te begeven, ditmaal de zaak van menschlievendheid en vooruitgang
in den steek laat. In plaats van zich te houden aan de noude ge
bruikendie slechts een overblijfsel zijn van de woeste wreedheid
van vroegere tijden, zoude het hebben moeten medewerken om de
te Brussel aangenomene verzachtingen nog uit te breiden.
Dat zouden zeker de Amerikaansche afgevaardigden gedaan hebben,
zoo zij niet waren weggebleven wegens de beperkingen van Engeland
ten aanzien van het zeerecht. Men schijnt inderdaad te veel te ver
geten, dat de te Brussel aangenomene besluiten tot grondslag hebben
de voorschriften aan de legers te veldeeen der schoonste eeretitels
van Lincoln, en die, volgens Laboulaye, //het recht hebben ingewijd
op het gebied van het geweld door de gebruiken en buitensporighe
den van den oorlog onder het juk te brengen."
Eene der voornaamste tegenwerpingendie men omtrent het Brus-
selsche ontwerp gemaakt heeft, is, dat het de verweermiddelen der
kleine staten vermindert door het verzet van de natie te verlammen.
De generaal T. bewijst, met de geschiedenis in de hand, dat die
tegenstand uit eigene beweging, misdeeld van organisatie, dikwijls
gevaarlijk en bijna nooit nuttig geweest is voor het land, waar hij
is uitgebroken. De baron Bianc, afgevaardigde van Italië, had reeds,
in de vierde zitting, zeer juist doen opmerken, //dat het verderfelijk
zou zijn aan ieder het recht toe te kennen op zijne manier te strij
den, zoodat de aanvaller iederen inwoner als een' vijand zou kunnen
beschouwen." Dit zou blijkbaar een terugkeer zijn tot den wreeden
en meêdoogenloozen oorlog van vroegeren tijd.