537 die nog geboren worden uit de //oude internationale beginselenvan den oorlog. Onder de heerschappij dezer beginselen"zegt de generaal T. in zijn vlugschrift, schreef Napoleon aan koning Jozef (31 Juli 1808): //Caulaincourt heeft zeer wel gedaan te Cuen?a. Be stad is geplun derd gewordendat is het recht van den oorlogomdat zij genomen is geworden met de wapenen in de hand." In het begin van het volgende jaar richt hij tot denzelfden sou- verein deze barbaarsche aanbeveling: //Doe te Madrid een dertigtal individuen ophangen. Ik vind het bespottelijk, dat men die bandie ten aan de justitie overlevert. Als men dat kanalje met zachtheid behandelt, waant het zich onkwetsbaar. Als men er eenigen ophangt, begint het den smaak van opstand te verliezen en wordt onderworpen en nederig, zoo als het zijn moet." Den 103™ October schrijft hij aan denzelfde een brief, waarin deze korte spreuk, Attila waardig, wordt gevonden: //In den oorlog is alles zedelijk." Tot dus verre het Zwitsersche blad en zijn Belgische correspondent.' Ik zal er slechts eene historische herinnering aan toevoegen De Duitsche geschiedschrijvers vonden het terecht afschuwelijk, dat Napoleon I hen, die, zonder soldaat te zijn, de wapenen voor hun vaderland aangordden, als bandietenbejegende. (Zie o. a. Ge- sammelie Schriften von Ludwig Haeusser). Maar in den jongsten oorlog schoten de Duitschers de Eransche francs-tireurs als //bandieten1 dood. Eu zij beweerden door God gezonden te zijn om die onze delijke Eranschen te kastijden Indien de denkbeelden van Alexander voor den jongsten oorlog in het volkenrecht waren opgenomen ge worden, zouden wij nu minder gruwelen hebben te boekstaven, waar over de menschheid bloost. R. Be "barbaarschheid" der Buitsche troepen in den oorlog van 1870/71. In de //Allgemeine Militar-Zeitungno. 39 van 1874, lezen wij hieromtrent het volgende: //Na den laatsten oorlog is in Erankrijk eene uitvoerige literatuur verschenen, die in het bijzonder ten doel heeft, de wreedheden en schandelijke handelingen der Duitschers in een helder licht te plaatsen. Sommige organen der Engelsche pers hebben, tijdens en na den oorlog, gemeend zich in den zelfden afkeurenden geest over de Duitsche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 544