539 te vullen. Na den vrede was het de taak der Fransche Begeering, de zwaar beproefde stad te hulp te komen. De Fransche schrijvers zijn eenstemmig in den lof over onze krijgs tucht; zij kunnen daaruit de gevolgtrekking maken, dat, waar ge strengheid tegen burgers werd aangewend of zelfs van de wapens tegen over hen werd gebruik gemaakt, daarvoor noodzakelijkheid bestond. Was in den volksoorlog niet krachtig opgetreden, dan zoude de opstand in den rug der Duitschers onrustbarende afmetiugeu hebben aangeno men. De Franschen hebben slechts ontzag voor maclit en de zekerheid dat zij gebruikt wordt. Geheel vrijwillig maakten de Fransche her bergiers nooit hunne kamers open, levensmiddelen waren volgens hen zelden voorhandende soldaat kwam van een vermoeienden marseh of van het bivak, daar werd kort proces gemaakt en de Franschman uitgescholden of aangegrepen en gedreigd. Dan was alles plotseling voorhanden: ahMonsieurdest bon! dan waren de bezwaren op geheven. De ondervinding maakt de meuscheu slim, inen kende daar door de kunst, de Franschen tot beleefdheid te stemmen, en me nigmaal is wellicht die kunst ook toegepast op iemand die van het begin af aan goeden wil bezat. Er zijn dorpen verbrand, omdat de bewoners handelend optraden in de strijd; proclamation hielpen niets, ze werden niet gelezen of niet onthouden. Patrouille op patrouille werd uit zulk in dorp be schoten; kwam men in het dorp, dan wist niemand er iets van en verwierp de rnaire het denkbeeld, dat de dorpelingen geweren zouden bezitten, geheel en al. Nauwelijks hadden de troepen de plaats weer verlaten of de schoten knalden weer van alle zijden. Er schoot niets anders overdan de huizen in brand te stekenwaaruit schoten ge vallen waren. Eerst dan was men veilig. Een moedwillige, noodelooze vernieling van eigendommen is nu en dan voorgekomen. Maar ik vraag, welke natie kan met over tuiging zeggendat haar leger geene personen onder zijne leden telt, die daartoe evenzeer in staat zouden zijn Iets dergelijks is niet altijd na te gaan; wanneer iemand betrapt werd op vernieling of toeëigening van goederendan was zijne straf zwaar en zeker." Schietkatoen als springmiddel in bommen. Eenigen tijd gele den heeft de scheikundige bij het Britsche oorlogsdepartement, de Hoogleeraar Abel, proeven genomen, ten einde na te gaan, welke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 546