544 en versterkingskunst in orde gebracht en eene rijke stad insluitende, is van wezenlijken invloed op de voortzetting des oorlogs 2o. Stedendie middelpunten van verkeer zijnen vooral wanneer zij aan eene groote rivier zijn gelegen, zijn bijzonder voor bevestiging geschikt 3°. De beschermingdie een geslagen leger in eene vesting vindt, is gevaarlijk en moet slechts onder bepaalde omstandigheden gezocht worden 4°. De guerilla-oorlog vindt in de vestingen gewichtige steun punten. Ten slotte moet nog de vraag beantwoord wordenhoe de ver sterkingskunst de overeenkomstig het bovenstaande aangelegde vestingen zoo veel mogelijk wederstand schenken kan Zonder in bijzonderheden te treden, merken wij op, dat vestingen, die niet tegen een bombardement beschermd zijn, ons tegenwoordig belegeringsgeschut niet lang genoeg kunnen weerstaan, en dat het beste middel tot die bescherming bestaat in den aanleg van gedetacheer de fortenterwijl de werking van de vesting naar buiten daardoor zeer vergroot wordt en tusschen de forten en de hoofdomwalliug ruimte voor troepenopstelling gewonnen wordt, zijn zij speciaal in staat, de vesting te doen beantwoorden aan alle eischen, die in den loop onzer beschouwingen zijn opgesomd. Geen staat is echter rijk genoeg om al zijne vestingen op die wijze uit te breiden. Men moet zich daarom vooraf een grens stellen, en die dan ook met volle consequentie handhaven. Uit het vroeger gezegde volgt, dat de grensvestingen en de cen- traalpositie zoo groot en sterk mooglijk behooren te zijn. Om ze voldoende te kunnen bezetten en bewapenen, zie men er van af, de overige vestingen bestand te maken tegen een aanval met belege ringsgeschut; indien deze slechts door overrompeling, gewelddadigen aanval en bombardement uit veldgeschut niet kunnen worden genomen en dus den aanvaller dwingenzijn belegeringstrein tegen haar aan te wenden, dan hebben zij haar doel bereikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 551