DE OLIEANTEN IN DEN OOKLOG.
Onder den titelLes elephants a la guerrede leur emploi
dans les armées modernes, bevat de Revue des deux mondes van 1
Aug. 1874 een opstel van den heer Henri Gaidoz, dat ik voor het
Militair Tijdschrift vertalen zal, omdat het mij toeschijnt beharti
ging door het Indische leger te verdienen, en eene overzetting in
onze taal het onderwerp misschien meer door de Indische pers zal
doen bespreken dan tot heden het geval was.
//De olifant is, zoo wij ons zei ven niet willen meêtellen, het aan
zienlijkste dier op deze wereld." Aldus spreekt Buffonen zoo zijne
woorden waar zijn met betrekking tot den indrukwekkenden bouw
van den olifantzijn zij het nog veel meer ten aanzien van zijn ver
stand en de zachtheid van zijn karakter. Er is in de natuur geen
wezenbeter voorbereid tot omgang met den mensch, dan de olifant
en het bewijs daarvoor is, dat men hem nooit heeft behoeven te tem
men. De mensch is genoodzaakt de andere dieren, van wie hij
diensten verwachtgeheel onder zijne afhankelijkheid te brengen
zooals paarden stierenkoeienhondenkatten enz.omdat de ge
hoorzaamheid eerst na verscheidene geslachten en bij onafgebroken
werking van de wet der erfelijkheid in het karakter van deze dieren
wordt opgenomen. Men ontwaart dit genoeg als individuendie
weder tot den wilden staat vervallen zijn, den mensch, die hen op
nieuw wil temmen, als vijand behandelen. Dit is niet het geval met
den olifant. Volwassen gevangen, laat hij zich tot diensten gebrui
ken en wordt de trouwe slaaf van den mensch. Zelfs in de landen,
waar de olifant onder de nuttige dieren gerekend wordt en waar hij
26