546 ouwaardeerbare diensten bewijst in Britsch-Indiëbij voorbeeld, waar men hem bezigt voor het trekken van kanonnen van groot ka liber te zwaar voor paarden heeft men het dan ook onnoodig geoordeeld de soort te temmen en stoeterijen van olifanten op te lichten. De onderneming zou kostbaar zijn. Het wijfje draagt de vrucht twintig tot twee en twintig maanden in haren schoot, en het dier kan eerst op vijftien- of achttienjarigen leeftijd ten arbeid wor den gesteld (het bereikt den ouderdom van honderd tot honderd en twintig jaren). Waartoe die uitgaaf van eene stoeterijals men de vrij geboren en volwassen gevangen individuen kan africhten En voeden hunne eigene ouders hen niet met meer zorg en genegenheid op dan de menschen het zouden kunnen doen? Onze schijnbare paradox wordt alzoo gerechtvaardigd voor de grootste glorie van den olifant. Het gewichtigste gebruikdat men van deze monsterachtige en verstan dige dieren gemaakt heeft, is dat van levende oorlogswerktuigen. Uit dit oogpunt zullen wij hunne geschiedenis schetsenzeggen wat men er mede gedaan heeft in de oudheid, waartoe men ze tegenwoordig in Britsch-Indië bezigt, en eindelijk, welke diensten zij nog kunnen bewijzen, zelfs in de oorlogen van onzen tijdzelfs in de gelederen van ons leger. I. Er is niemand, die niet de rol onthouden heeft, door de olifanten gespeeld in den eersten veldslag, door Pyrrhus, koning van Epirus, aan de Romeinen geleverd. Het was in Lucanië, bij de stad Heraclea aan de golf van Tarente (280 jaren vóór Christus). De worsteling was hardnekking geweest; Pyrrhus zelf was gekwetst geworden, en zijne soldaten begonnen te wijken voor de Romeinentoen de koning beval de olifanten te doen oprukken. De Romeinen zagen deze mon sterachtige dieren voor het eerst; de verbazing bracht hunnen moed aan 't wankelen, de paarden schrikten en, zich onstuimig op het voetvolk werpende, brachten zij er verwarring onder. Een aanval van de Thessalische ruiterij deed deze wanorde verkeeren in vlucht. De tusschenkomst zijner olifanten redde op dien dag den koning van Epirus van eene nederlaag, maar in de volgende ontmoetingen hadden de Romeinen zich gemeenzaam gemaakt met de ossen van Lucanië, gelijk zij deze voor hen nieuwe dieren noemden. Zij slaagden er I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 553