olifanten, die hij genomen had, naar Eome. Hij had er vier naast elkander voor zijn zegewagen doen spannen, maar daar de poort van Eome te nauw bleek te zijn, moest men ze afspannen en door paar den vervangen. In den oorlog tusschen Pompejus en Cesar voerden de Afrikaansche aanhangers van eerstgenoemde olifanten tegen Cesar aan in den slag van Thapsus, op dertig uren afstands van Karthago (47 jaren vóór Christus)maar zij werden er niet minder om ver slagen. Dit is de laatste maal, dat de Eomeinen de olifanten op regelmatige wijze in den oorlog gebruiken; voortaan bestemmen zij hen voor de schouwspelen van den circus. Werkelijk waren de olifanten de gewone acteurs der circus-spelen geworden. In het jaar 655 na de stichting van Eome (dus 99 jaren vóór Chr.), vertoonde men deze dieren voor het eerst ïn het strijdperk. Yan dien oogenblik werd dit schouwspel dikwijls herhaald, Pompejus deed, om zijn tweede consulaat door een grootsch schouwspel te vieren, twintig olifanten vechten tegen jagers uit Getulië gewapend met lansen. Cesar deed nog meer. Hij had de olifanten, die hij inden slag bij Thapsus gevangen had, naar Eome medegenomen. Op den dag van zijn zegepralenden intocht zag men hem zich naar het Ka- pitool begevenvoorafgegaan door veertig olifanten in twee gelederen, die ontzettend groote toortsen in hunne snuiten droegen. Dit schouwspel, nieuw voor de Eomeinen, was het niet op zich zelf. De koningen van Egypte en Syrië deden zich soms vergezel len van olifanten, tot deze oefening afgericht en aan welke men den naam gaf van fakkeldragers, lycJinophoren. In Eome Was het iels gewoons geworden, olifanten in den circus te doen vechten, hetzij tegen zwaardvechters, hetzij tegen stieren of tijgers. De keizer Corn- modus, die een zwaardvechter was en soms in het strijdperk afdaalde, doodde er eens een olifant met een piek. Maar de opmerklijkste schouwspelen waren die, waarin men de olifanten de rol van pantomimes, goochelaars en koordedansers zag vervullen. De Eomeinen hadden het zeer ver gebracht in de kunst, dieren te temmen en hun de moeilijkste bewegingen te doen uit voeren. De temmers van den nieuweren tijd doen niets, wat de mansuetarii van Eome niet reeds vóór eeuwen hebben uitgevonden. Die van Eome hebben van dieren daden van gedweeheid en goochel toeren verkregen, waarvan men in onze dagen geen voorbeeld gezien Getulië lag iu Afrika, De bewoners waren wilden, die van rauw vleesch leefden. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 558