559
gevaarsoms een honderdtal olifanten te gelijk vangtmaar zoo men
er in slaagt, dieren van zulk eene kracht en zulk eene schranderheid
levend en zonder wonden te vangenis het door partij te trekken
van den schrik en de overvareuheid der wilde olifanten, en vooral door
tam gemaakte te bezigen als bondgenooten. Wel verre van weerzin
te gevoelen in het dienen van den mensch tegen hunne eigene soort
leggen zij voor deze taak een bewonderenswaard entrain en verstand
aan den dag; zij drijven de wilde olifanten naar de boomen, waaraan
men hen moet vastbindenterwijl men hen vastbindtbeletten zij
dat de banden door een slag van den snuit worden afgewendzij
beschermen hunne eigene meesters tegen de snuitslagen van de ge
vangenen. Eveneens richt men, met behulp van reeds tamme olifanten,
de gevangene af, alzoo op het oiifantenras de opvoedkundige methode
van Lancaster toepassende. In het remonte-dépot voor olifanten,
dat het Engelsche gouvernement te Dakkain Bengalen, onderhoudt,
bewaart men een zeker getalgekozen uit de sterkste en schran
derste, om de nieuw aangekomene af te richten het zijn als het ware
oude sergeanten-instructeurs, onder wier leiding elk geslacht van re-
cruten den oefeningstijd doorloopt. De africhting van een olifant
is het werk van eenige maandenmaar men moet hem slechts lang
zaam en trapsgewijze aan den arbeid zetten, wanneer de gehoorzaam
heid in zijnen aard is gedrongen en hij genegenheid heeft opgevat
voor de personendie hem verzorgen. De gehoorzaamheid aan zijnen
bewaker is meer het uitvloeisel van genegenheid dan van vrees, en
in dit opzicht gelijkt zijne gedweeheid meer die van den hond dan
die van het paard.
Zij gaat zelfs zoo verdat zij de pijn overwintmen heeft er
het bewijs van in de gelatenheid, waarmede hij, op bevel van zijnen
mahoet (dit is de naam dien men in Indië aan de bewakers of drij
vers cornacsgeeft), dikwijls walgelijke medicijnen inslikt en zich
onderwerptniet alleen aan aderlatingenmaar zelf aan pijnlijke heel
kundige bewerkingen, zooals het uitsnijden van gezwellen en zweren.
Niet alle olifanten wennen er zich aan, het vrije leven van het woud
te vergeten. Men moet hen dan ook ontzien en met veel zachtheid
behandelen, en nog is de sterfte onder hen groot in de eerste maanden
van de gevangenschap. Men ziet er, die eensklaps gaan liggen en
sterven, zonder dat men het spoor van eenige ziekte bij hem waar
neemt. De inboorlingen drukken deze soort van dood uit door te
zeggen, dat het dier gestorven is nmet een gebroken hartDaarin