568
aarde, en voorziet ze aan weerszijden van dikgebladerde takken, die
het gezicht van het water verbergen. De officiëele geschiedenis
van den Abyssinischen veldtocht Record of the expedition to Abys
sinia, compiled by major R. J. Holland and captain H. M. Hozieb>
London1870), zoo rijk in inlichtingen over de geschiedenis der oli
fanten in deze expeditie, geeft weinig bijzonderheden omtrent hunne
inschepingzij bepaalt zich met te zeggen, dat de twee transport
schepen, die deze dieren te Bombay innamenin een dok werden ge
laten, en dat de olifanten er van den oever in werden geheschen.
Deze schepen wared op eene geheel bijzondere wijze ingericht ge
worden. De olifanten werden in het ruim geplaatst op een daartoe ge
legden vloer, gemaakt uit steen en planken of latten; men stelde
hen rug aan rug, met den kop naar den scheepswand gekeerd. In een
schip, waarvan de hoofddwarsbalk 34 tot 36 voeten meet, kan
men op deze wijze twee olifanten plaatsen, en tusschen beide nog
een doortocht laten, breed genoeg, opdat de oppassers heen en weer
kunnen gaan. De breedte der standplaatsen was zes voetenzij
waren afgedeeld door twee dwarsliggers, elk breed één voet en
dik acht duimen. Deze dwarsliggers rusten op een langen steun
balk, breed en dik acht duimen, die op zijne beurt aan den scheeps
wand verbonden was door klampen, lang één voet twee duimen en
breed zeven duimen, op onderlinge afstanden van vijf voeten en vijf
duimen langs den wand of buik van het schip geplaatst. De tra
versen, waarvan wij sprekeD, werden gesteund door een stevigen stijl,
in het midden van het schip opgericht, om de olifanten te beletten ze
te verplaatsen of ze te beschadigen door er tegen te drukken. Zien
wij, na het bovenstaande gezegd te hebben omtrent de stalling, wat
het daaglijksche rantsoen van een olifant was (het Eng. pond is 453
wichtjes of grammen, de gallon 4)- liter of kan):
Boonen4 pond (1 800 wichtjes).
Rijst of meel 20 (9 kilogr).
Zout24 ons (70 wichtjes).
Hooi175 pond (80 kilogr).
Water40 gallons (180 liters).
Men zal de aanzienlijke hoeveelheid water, die de olifant behoeft,
hebben opgemerkt. Terwijl het rantsoen water 40 gallons voor den
olifant bedroeg, was het vijf voor de muilezels, zes voor de ossen en
Toch slaagde Hannibal er in zijn olifanten op vlotten de Rhone te doen over
steken. Titus Livius verhaalt dit uitvoerig.