571 Hoe belaadde men het dier? Men had het onuitvoerbaar bevonden, zich van bokken te bedienen het viel moeilijk het dier stil te houden onder de plotselinge belasting, en bovendien liet de aard van den hodem zelden toe, de piketpalen stevig in den grond te drijven. Men ging dus op de volgende wijze te werkVoor het opladen van een kanon bediende men zich van een schuins gestelden balk, in den vorm van een remschoen {skid)voor het opladen van een affuit van twee zulke schoenen, waarvan één uiteinde op den grond rustte en het andere op de wieg, terwijl de olifant in eene liggende houding was. Daarna bracht men spaken in de ziel van het stuk, zoowel bij de kulas als bij den monden acht man heschen het kanon langs den balk, om het in de wieg te plaatsen. Om de ophijsching van het kanon gemakkelijk te maken, bevestigde men een touw aan de tappen. Dit touw ging over het dier heen en werd aan de andere zijde getrokken door drie of vier man. Op deze wijze werd het kanon in een goeden stand gehouden, en de mannen, die het ophe- schen, verkregen alzoo eene nieuwe kracht. Daar de affuit zwaarder was had men twaalf man noodig om ze van de plaats te brengeu. De inrichting was dezelfde als bij het kanon, met dit onderscheid, dat men twee schuinsche balken noodig had, waarlangs men de vracht naar boven heesch. De voorwagen werd door menschen met dé armen opgenomenzonder dat men een schuiuschen balk behoefde, en daarna in zijne wieg geplaatst; men legde er een rad boven, dat men met touwen vastbond. De caissons werden aan weerszijden van het dier gehangen, beuevens een rad, dat op den top van den pakzadel werd bevestigd. Bij de olifantendie drie raderen droegenhingen er twee aan de zijden en één lag op den rug. De tijd voor het opladen beduidde weiuig men had meer tijd noodig om het dier uit te rusten met zijn pakzadel en zijne wieg. Als dat gedaan was, vereischte het opladen van kanon of affuit slechts twee of drie minuten; de overige deelen van het materieel vorderden meer tijdomdat men ze met touwen moest vastbinden. Het gewicht der mortieren was bij benadering als volgt: mortier van 8 duim924 pond, ijzeren zijwangen voor 't werpen840 houten n voor 't vervoer168 de wieg.252 de pakzadel500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 578