572 De met de mortieren belaste olifanten droegen dus een gezamen lijk gewicht van 1844 ponden, en de met de ijzeren wangen beiadene een gezamenlijk gewicht van 1760 ponden (14 pikols). Het gewicht van de hellende balkenvan de instrumentkistenvan de handspaken enz. was niet bekendmaar dat alles vormde eene goede vracht voor één olifant. Het kruit werd gedragen op een anderen olifant en de bommen volgden op den rug van muilezels (vier voor elk dier). De oplading van de mortieren werd bijna op gelijke wijze volbracht als voor de kanonnenmet dit onderscheiddat men twee scbuin- sche balken bezigde en dat men, om er den evenwijdigen stand van te verzekeren, ze op den gewenschten afstand hield door ijzeren staven zij waren voorzien van groevenwaarover de ijzeren mortierwangen gleden. Om te belettendat de pakzadel van zijne plaats geraakte terwijl men het gewicht naar boven bracht, werd een derde schuin- sche, eenigszins kortere balk geplaatst aan den kant, waar men trok of opheeschmet het eene uiteinde steunende tegen de wieg, alzoo vastheid gevende aan het geheele harnachement. Het opladen van een mortier nam niet meer tijd weg dan dat van een kanon. Men volgde dezelfde werkwijze om de olifanten van hunnen last te bevrijden. De geschiedschrijver van de expeditie treedt in veie bijzonderheden omtrent den pakzadel en het harnachement van de olifantenen stelt te dien aanzien de verbeteringen voor, die de oudervinding van den veldtocht aan de hand heeft gedaan. De verslagen van de officierendie in dezen oorlog de olifanten onder hunne rechtstreeksche bevelen haddenzijn eenstemmig om de wijze, waarop deze zich van hunne taak kweten, als bewonderens waardig te roemen. Eene expeditie door een zoo bergachtig en zoo wild land als Abyssinië stuit op hinderpalenin onze Europeesche oorlogen onbekend; het is, met uitzondering van het gure weder en de gletschers, de overtocht van de Alpen door Hannibal, maar over honderden uren gaans voortgezet. Hoe sterk en gehoorzaam de oli fanten ook waren, viel de marsch hun dikwijls te zwaar; soms wier pen zij onder weg hunne vracht af en moest men hen op de plaats weder beladen. Kwam er een van die onweders met stortregens, zoo gewoon in Abyssinië, opzetten, dan weigerden de olifanten dikwijls, onder hagelslag en bliksemstralen voort te gaan; men moest stil houden en, om weder op marsch te gaan, afwachten, dat het on- weder gedaan was. Nu en dan ook ging een door vermoeienis over-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 579