580 met het oog op het geringe getal dierennoodig voor den dienst van twee batterijen, vergeleken met den overvloed in GochSn-China zou men voornamelijk wijfjes kunnen uitkiezen. De olifanten, eens gewend aan het bespannen en aan het geraas van het geschut, zouden naar Algerië vervoerd worden. In dit land, waar de soort tot de 5e en de 6e eeuw onzer jaartelling inheemsch is geweest, zou men de olifanten-batterijen organiseerenen ze naar Erankrijk zenden, als hunne militaire opvoeding voltooid is. Deze batterijen zouden in Erankrijk op een vasten post blijven, om op het eerste sein gereed te wezen, te velde te trekken. Zij zouden in het zuiden overwinteren, en gedurende het schoone jaargetijde in het noorden aan de groote manoeuvres deel komen nemen. Op die wijs zouden de olifanten zich gewennen aan het geraas, aan de drukte van een groote men- schenmassa, aan de marschen met den troep, en de paarden, een zenuwachtig en voor indrukken zeer vatbaar ras, zouden gewoon ra ken aan de gezichten van hunne nieuwe krijgsmakkers. Daar de africhting van den olifant het werk is van eenige maan den zouden ten hoogste twee jaren toereikende zijn om deze nieuwe batterijen in staat te stellen te velde te trekken. Men zoude ook nog, gelijk een vriend het mij ingeeft, de olifan ten kunnen gebruiken bij de militaire luchtvaart. In plaats van de manschappen, die de touwen van den luchtbal vóór zijne opstijging vasthoudenaan den dienst te onttrekkenzoude men den bal kun nen vastbinden aan twee of drie olifanten, die men voor deze taak zou africhten. Dezelfde olifanten zouden het materieel vervoeren noodig voor de luchtvaarten zouden zelfsop den dag van een gevecht, den gevulden bal van het eene punt van het slagveld naar het andere kunnen overbrengen (P Vert.). Zie over het nut van een luchtvaart-dienst bij de legers eene voordracht van den kapitein Delambre: Be Vaerostation militairegehouden in de Reunion des officiers. Deze denkbeelden kunnen vreemd schijnenomdat zij nieuw zijn en zij zullen tegenwerpingen doen rijzen. De eenige, die, naar ons inzien, waarde heeft, zoude zijn, dat het nutteloos is, zich te velde den last van stukken van zwaar kaliber op de hals te halen. Het komt ons voor, dat de voorbeelden van Inkermann en van het plateau van Avron, en de meer en meer groote belangrijkheid der artillerie in den oorlog deze tegenwerping wederleggen. Wat de bedenkingen be treft, die men uit het stelsel zelf zou kunnen putten, veroorlove

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 587