52 dat belang zou men ook den geneeskundigen dienst nagenoeg geen hoofdofficieren behoeven te scheuken. Men zou alle geneeskundige practijk door luitenants kunnen doen verrichtenin elke afdeeling een kapitein (off. v. gez. lc kl.) boven hen stellen, en een majoor chef over den geneeskundigen dienst kunnen doen zijn. O ja, maar dan zou men in 't geheel geen officieren van gezondheid krijgen Slechts ter loops stippen wij aan, dat Ngawie niet tot de 3e mi litaire afdeeling behoort en dat de plaatselijke kommandant te Soerabaja niet is kommandant van het garnizoen de aldeelingskommandant is de chef der bataillonskommandantende plaatselijke kommandant is alleen belast met de handhaving van den garnizoensdienst met al wat daartoe behoort. Het intérieur der bataillons is geheel buiten zijne bemoeienis. Mogen wijalles te zamen genomenten slotte den heer Storm Van 's Gravesande wijzen op zijne eigene wordendat men bij het bespreken van dergelijke zaken voorzichtig moet zijn, en zorgen moet dat men goed met de zaak in kwestie bekend is? Terugkeerende tot den heer Nierstrasz, moeten wij nog mededeelen, dat deze, na gewezen te hebben op de afwijzing, of althans niet-af- doening in Nederland der voorstellen van den generaal Kroesen, ten aanzien van de betere organisatie der kavallerie en infanteriewelke laatste zou worden uitgebreid met ongeveer 2300 man, waarvan V* Europeanenvan betere bewapening en oorlogsuitrustingvan uitzen ding van munitie; van de oprichting eener patroonfabriek voor de achterlaadgewerenvan de oprichting van een generalen staf, zoodat datgene, waarop (bij de eerste expeditie tegen Atjeh) de minste aan merkingen waren te maken, de zaken waren, die de generaal had kun nen regelen zonder hulp of medewerking van hooge autoriteiten; dat de heer Nierstrasz, zeggen wijna daarop te hebben gewezen daarop de volgende zeer behartigingswaardige woorden deed volgen //Moge het voor de regeering hier te lande een spoorslag zijn om niet te gelooven, dat de wijsheid alleen in Nederland woont, maar dat in Indische oorlogszaken en aangelegenheden van het Indische leger de kommandant van het legerdie daaromtrent verantwoordelijk iswel het best kan oordeelen. Het is geene besparingal wat in der tijd op het leger is bezuinigd" Wij zullen, na hetgeen wij omtrent deze zelfde aangelegenheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 59