599 Eu nog kwam Jackson niet. Lee, altijd eveii kalm en ernstig, verraadde door niets zijne ongerustheidmaar de toestand werd elk oogenblik hachelijker; daar gaat omstreeks 3 uur te midden van het gedonder der kanonnen de kreet op: //Jackson is aangekomen.' Jackson is werkelijk aangekomen, en meldt zich bij Lee aan//Zoo, generaal, zie ik U eindelijk, ik had gehoopt U eerder te zieD." Stil zwijgend sloeg Jackson aanterwijl hij de hem toegestoken hand van Lee druktevan Leevan wien hij eens zou zeggen//dat is een wondermensch, dien ik overal blindelings zou volgen." Terwijl Lee met ongerustheid naar de zijde keek, waar het ar tillerievuur het, hevigst was, zeide hij//het is een verschrikkelijk vuur zoudt gij denken, dat Uwe soldaten het daarin kunnen uithouden'r Jackson zweeg een oogenblik en antwoordde kort af//Generaal, mijne soldaten kunnen het overal uithouden, ook daar wel"; en zijn paard de sporen gevende stelde hij zich aan het hoofd zijner regimenten en deed een verwoeden aanval. Van dit oogenblik werd de strijd hardnekkiger. Van beide zijden werden ieder oogenblik de aanvallenonder eene hagelbui van kogels en schroot, hernieuwd. Het scheen dat de gefedereerdenopgesteld achter eene hoogte en beschermd door de werkendie den vorigen dag niet hadden kunnen genomen wordenniet uit hunne stel lingen te verdrijven waren. Eindelijk wagen de geconfedereerden voorafgegaan door hunne generaals, eenen laatsten aanval met de bajonet; onder een verschrikkelijk vuur des vijands drijven zij hen terug, planten hunne vaandels op de federalistische redouten, en eene zegenkreetopgaande uit de borst zoowel der gewonde als reeds vermoei de soldaten, bewees Lee, dat hij overwinnaar was. Toch boden de Noordelijken nog wederstand achter hunne laatste stelling. Een nieuwe uitbarsting volgde; de artillerie der gefedereer den werd tot zwijgen gebracht, en de ondergaande zon bescheen een groot aantal dooden en gewonden, terwijl het noorderleger aftrok, zijne stukken geschut in handen der zuidelijken latende. Het eerste wapenfeit tusschen Lee en Mac-Clellan was voor den laatsten nodloottig geweest, hoewel zijn soldaten uitstekend gevochten hadden. Door deze nederlaag kon hij er niet meer aan denken, Eich- mond aan te vallenhem bleef niets anders overdan eene geregelde aftocht te beproeven naar de James-rivier. In den nacht trok hij de Chickahomiug weder over, terwijl Lee zich op het met zoo veel bloed gekochte slagveld legerde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 606