605
behielden de Zuidelijken toch hunnen moed en geestkracht; tot ver
scheidene keeren sloegen zij de aanvallen der Noordelijken af, die
trachtten den Potomac over te trekken.
Het Zuiden was trotsch op zijne overwinningen, en geen wonder;
in 15 weken tijds was Richmond twee maal ontzet, de hoofdplaats
der Yereenigde Staten bedreigd, 40,000 gevangenen gemaakt en eene
groote hoeveelheid oorlogsmateriëel den vijand ontnomen. Lee oor
deelde eene rust dringend noodig.
In de prachtige vallei van Shenandoah, ook wel de tuin van Vir-
ginië genaamd, betrok hij een kampement, alleen door den Potomac
van zijn tegeustander gescheiden.
Dagelijks steeg het vertrouwen zijne onderhoorigen in den bevel
hebber van het Zuidennu wist men, dat hij voor zSjne taak berekend
was en moed aati beleid paarde. Zij waren trotsch op dat krijgshaftig,
schoon voorkomen, zoo kalm in den strijd, zoo indrukwekkend in die
eenvoudige grijze uniform, die hem nauwelijks van zijne onderhebbende
officieren onderscheidde. Men prees allerwege zijne zedigheid en een
voud die een groot contrast vormden met de zonderlingheid van zijn
moedigen onderbevelhebber, Stonewall Jackson. De diepgevoelde en
eenvoudige godsdienstzin van Lee verschilde geheel van den gods
dienstijver van Jackson; deze bad, even als de Puriteinen, dikwerf
onder den strijd hardop, of voerde zijne soldaten ten aanval temid
den van het zingen van een psalm.
Lee was altijd bedacht op het zedelijk welzijn zijner soldaten, en
dikwerf, hetzij voor of na het gevecht, vereenigde hij zich met hen
in het gebed. Ook de zondag werd nimmer overgeslagen; op dien dag
had er altijd eene godsdienstoefening plaats, die hij steeds bijwoonde.
Gedurende den loop van den oorlog kreeg hij allerlei geschen
ken van onbekenden, bestaande in zeldzame provisiën, wijnen enz.,
maar altijd zond hij alles naar de ambulances, en behield zelfs niet
één enkele flesch wijn voor zich-zelven.
Was het te verwonderen, dat zijne manschappen hem als het ware
aanbaden; dat, als hij in het kampement eens rond ging, men hem
steeds met geestdrift begroette, met de benaming: //daar is Oom
Robert."
Opmerkelijk is, hetgeen een Engelschman, die toen het kamp van
Shenandoah bezocht, aan de redactie van het Blackwood Magazine
schreef
//Wanneer men het hoofdkwartier beschouwt van Lee, dan is het